Tobias Daneels, Jan Van Dijck
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Volgende sprekers nemen het woord: Goedgekeurd met 21 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 12 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 0/1 | Antwoord op een adviesvraag over de fusie van de gemeenten Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht en de impact op de indeling in provincies. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Art. 260 van het provinciedecreet bepaalt dat de provincieraad zijn advies geeft over de veranderingen die worden voorgesteld betreffende de grenzen van de provincie.
Vrijwillige gemeentelijke fusies worden geregeld door de artikelen 347 e.v. van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. De gemeenteraden van de betrokken lokale besturen dienen een gezamenlijk voorstel tot samenvoeging in te dienen bij de Vlaamse Regering, dat o.a. de grenzen bepaalt van de nieuwe gemeente. De complexiteit van een provinciegrensoverschrijdende fusie ligt voornamelijk bij de gevolgen voor de gerechtelijke arrondissementen en de wijziging van de provinciale kiesdistricten.
De Vlaamse Regering kan dan het van de gemeenten ontvangen voorstel als ontwerp van samenvoegingsdecreet indienen bij het Vlaams Parlement, waarin ook de provincie wordt genoemd waartoe de nieuwe gemeente zal behoren indien de samen te voegen gemeenten niet tot dezelfde provincie behoren. Hier zal de Vlaamse Regering autonoom bepalen hoe de provinciegrenzen worden aangepast.
Artikel 260, eerste lid van het provinciedecreet bepaalt hierin wel een adviserende bevoegdheid voor de provincieraad. De raad dient advies te geven over de veranderingen die worden voorgesteld aan de grenzen van de provincie en daarbij ook de gevolgen voor de arrondissementen, de kiesdistricten en de kantons.
Het besluit van de gemeenteraad van Zwijndrecht werd opgevraagd in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Op 3 november 2023 ontvangen wij een schrijven van Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Bart Somers naar aanleiding van de wens van de gemeenten Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht om te fuseren. Aangezien het hier over een fusie gaat over provinciegrenzen heen, zijn de betrokken provincieraden bevoegd om advies te verlenen aan de veranderingen die worden voorgesteld.
In de beslissing tot goedkeuring van deze fusie werd door de gemeenteraden van Zwijndrecht, Kruibeke en Beveren een voorkeur gegeven voor indeling van de nieuwe gemeente, met de voorlopige naam Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht, bij de provincie Oost-Vlaanderen.
De gevolgen van deze fusie en de mogelijke indeling van de provincie Oost-Vlaanderen werden vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Onderstaande adviezen zijn hiervan het gevolg:
Vanuit het perspectief van de integrale zowel politionele als civiele veiligheid zal de indeling van de nieuwe fusiegemeente en m.n. de ‘overstap’ van de gemeente Zwijndrecht naar Oost-Vlaanderen een disruptiever effect hebben dan naar de provincie Antwerpen.
Kijken vanuit het multidisciplinair veiligheidsperspectief betekent in de eerste plaats: rekening houden met het belang van een geïntegreerde veiligheidsaanpak van het havengebied. Idealiter beschouwen alle overheden de haven van Antwerpen als een uniek en ondeelbaar zorggebied. In binnen- noch buitenland is ons een andere grote haven bekend waarbij de overheid versplinterd is georganiseerd. Een dergelijke versplintering werkt enkel in het voordeel van criminele netwerken.
Zoals bekend spreken we over een van de grootste maritiem-industriële complexen, de 2de grootste haven van Europa en 2de grootste petrochemische clusters ter wereld.
Momenteel benaderen we dit complex -helaas- vanuit gespreide slagorde omwille van de bestuurlijke grenzen tussen verschillende gemeenten en provincies (De positieve operationele samenwerking op het terrein, doet geen afbreuk aan die vaststelling.) En dit zowel op vlak van politionele en justitiële veiligheid (politie en parket) als civiele veiligheid (brandweer, medische hulpverlening en noodplanning). Op al deze gebieden zou het een enorme verbetering met zich meebrengen, mocht de unieke kans worden gegrepen om de nieuwe fusiegemeente onder te brengen bij de provincie Antwerpen. Of omgekeerd: vanuit veiligheidsoogpunt zou het een gemiste kans met potentieel ernstige gevolgen zijn, als geopteerd wordt voor een verdere, nog meer doorgedreven versnipperde benadering.
Vanuit mijn ervaringen met de verschillende veiligheidsactoren, zie ik die integrale veiligheidsbenadering als hét aandachtspunt in alle disciplines.
Voor de brandweerinzet in de haven zou een logische aansluiting bij de hulpverleningszone Antwerpen een betere coördinatie en afstemming van de middelen voor industriële brandbestrijding mogelijk maken. De zone zou bovendien over de schaal beschikken die het beter mogelijk maakt om een veel grootschaligere inzet op te zetten op eigen kracht.
Verschillende vrijwilligersposten (Borsbeek, Beveren, Kruibeke, Kieldrecht) zouden in combinatie met de beroepsposten (totaal ongeveer 850 beroepskrachten) en een sterke ondersteunende werking een grootschalige en professionele brandweerzorg kunnen opzetten voor de urbane en industriële risicozones.
Ook zou een meer éénvormige aanpak van het veiligheidsbeleid en van calamiteitenaanpak van de tunnels onder de Schelde kunnen bereikt worden wanneer de nieuwe fusiegemeente zou vallen onder dezelfde provincie en hulpverleningszone.
De (tijdelijke of langdurige) uitval van één van de Scheldetunnels door een ongeval of brand zou een enorme stress geven op de mobiliteit en economie.
De volledige haven onder de bevoegdheid van één provincie brengen, zou een betere, want eenvoudiger coördinatie en afstemming en bijgevolg veel sterker crisisbeheer tot gevolg hebben. Dit geldt trouwens ook voor een gelijklopend beleid en eenvormigheid op het vlak van brandpreventie voor logistieke en industriële panden.
Deze redenering geldt ook op medisch vlak en de voorbereiding op specifieke risico’s op een uniforme manier. Vandaag is die echter suboptimaal, waardoor men aan slagkracht verliest. Zonder een analyse gemaakt te hebben van de kosten, is een schaalvergroting die samenloopt met het provincieniveau te verkiezen boven versnippering en verdubbeling van de uitgaven.
Voor de ambulancediensten bestaat er vandaag een andere aanpak in Oost-Vlaanderen dan in Antwerpen en dat komt de burger niet altijd ten goede. Dat probleem doet zich voor op het vlak van Dringende Geneeskundige Hulp. De regio is bovendien en in grote mate gericht op Antwerpen als zorgregio. Patiëntentransport is een werkpunt. Zeker als daaraan wordt verholpen is aansluiting bij Antwerpen een meer logische keuze. Ook bij de activatie van het Medisch Interventieplan enkele jaren geleden in de Beverentunnel leverden vooral Antwerpse hulpverleners een inzet.
Op politoneel vlak is er vandaag een goede samenwerking op vlak van dispatching, wederzijdse bijstand, woordvoering, bijstand van gespecialiseerde eenheden enz. Allicht zullen de inwoners van de nieuwe fusiegemeente een nog betere dienstverlening krijgen. Als buitengewoon sterk uitgeruste Lokale Politiezone waarborgt politiezone Antwerpen (PZA) noodhulp, wijkagenten, een wijkteam en een wijkondersteuningsteam nog los van gespecialiseerde diensten die hen kunnen helpen bij grootschalige gebeurtenissen in de stad en haar districten. Voor Borsbeek zal de dienstverlening worden opgetrokken van 15 agenten nu naar een 40-tal na de fusie.
Zo zal politiezone Antwerpen politiezone Zwijndrecht binnenkort als volgt verder ondersteunen:
• Vanaf 1 jan 2024:
• In dec 2023: punctueel al 4 nachten die niet ingevuld geraakten: 1, 14, 15, 24 dec 2023: 22-07 (eerste drie), 19-07 (kerst)
• Enkel prio 0,1 en 2 worden overgenomen
• Dispatching blijft bij PZ ANT, ook verwittigingen
• OGP (officier gerechtelijke politie) en OBP (officier bestuurlijke politie): ook die van PZA.
Beveren/Kruibeke behoort tot een ander gerechtelijke arrondissement dan Zwijndrecht.
Voor zover we konden nagaan zijn er in principe geen onoverkomelijke problemen te verwachten vanuit het perspectief van Justitie. Of nog, voor de Justitiële aanpak van (bijv. druggerelateerde) criminaliteit in de nieuwe fusiegemeente zijn er in principe geen onoverkomelijke moeilijkheden te verwachten tot welke provincie de nieuwe fusiegemeente ook behoort.
Zo voorziet bijv. het Stroomplan 2.0 in werktafels waar het Parket van Antwerpen resp. Dendermonde zeer goed en constructief samenwerken en goede werkafspraken hebben gemaakt. Ook het niet eventueel niet (langer) samenvallen van de grenzen van de provincie en het gerechtelijk arrondissement staat een constructieve, pragmatische samenwerking volgens onze informatie niet in de weg. Ook nu reeds wordt zeer goed samengewerkt in het bijzonder ook voor (havengerelateerde) feiten die zich voordoen op en over de grens tussen de zones Zwijndrecht, Antwerpen en Wano. De wijziging van de provinciegrenzen doet daar op zich geen afbreuk aan. Dit doet geen afbreuk aan de vaststelling dat deze principiële beslissing tot fusie een unieke opportuniteit is om de haven van Antwerpen als een uniek zorggebied te beschouwen en de actuele versnippering ongedaan te maken.
Het criminaliteitsbeeld van rechteroever en linkeroever is identiek. De grootste uitdaging vormt de aanpak van de georganiseerde cocaïnetrafieken. Deze trafieken zijn sterk verbonden met de Antwerpse regio. Dit blijkt o.m. ook uit de geografische concentratie van veel geweldsfeiten die zich meer dan elders in en om de bredere regio rond de Antwerpen met voordoen.
Reeds in 2014 werd het Waaslandprotocol afgesloten tussen FGP (federale gerechtelijke politie) Oost-Vlaanderen en FGP Antwerpen. FGP Antwerpen is sindsdien 100% verantwoordelijk voor het uitbouwen van informatieposities in de haven, het in plaats stellen van een netwerk met de verschillende publieke en private partners, evenals voor het voeren van (inter)nationale onderzoeken (corruptie, follow the money, milieumisdrijven,…). De successen die sindsdien werden geboekt, bevestigen dat dit de juiste keuze was. Ook de scheepvaartpolitie en de douane behandelen de haven als één zorggebied: de initiatieven worden onderling gestroomlijnd. Die samenwerking kreeg vorm via verschillende teksten, die u vindt als bijlage:
• Waaslandprotocol FGP OVL – ANT dd. 05.12.2013
• Extractie uit het rapport tot optimalisatie van de Federale Politie dd. 18.01.2013
• Opdracht ter zake van de Commissaris-generaal dd. 28.06.2013
De federale gerechtelijke politie Antwerpen is via het Waaslandprotocol en het Stroomplan 2.0 gevat om aan de slag te gaan met de problematiek van de internationale drughandel en zijn uitwassen, waarbij de hoofdkrachtinspanning ligt op de haven van Antwerpen, inclusief de Waaslandhaven.
Het lijkt me dan ook zeer gewenst om de bestuurlijke (en gerechtelijke) overheden volgens een zelfde logica te organiseren. Ratio ‘eenheid van terrein, eenheid van commando’ door:
Kortom: Vandaag wordt zeer goed samengewerkt in het bijzonder ook voor (havengerelateerde) feiten die zich voordoen op en over de grens tussen de zones Zwijndrecht, Antwerpen en Wano. Zowel vanuit operationeel oogpunt van de diverse disciplines als vanuit het gerechtelijk standpunt zijn er evenwel belangrijke argumenten om de nieuwe fusiegemeente onder te brengen bij provincie Antwerpen, vanuit een gedeelde zorg voor en integrale veiligheidsaanpak van het havengebied. Tegelijk zijn er ook bestuurlijke argumenten (noodplanning,…), tal van overlegorganen (Provinciaal Veiligheidsoverleg, Zonale Veiligheidsraad, ARO,…), sterke opleidingsmogelijkheden (UA, Campus Vesta), … die een efficiënte en effectieve veiligheidsaanpak vanuit 1 zorggebied kracht bijzetten.
Een deel van de ‘haven van Antwerpen’ is gelegen in de gemeente Zwijndrecht. Indien Zwijndrecht zou veranderen van provincie betekent dit een verdere versnippering van de vergunningverlening in de haven van Antwerpen. Er zijn zo’n 45 havenbedrijven gelegen in Zwijndrecht waarvoor de provincie de bevoegde overheid is. Veel van deze bedrijven hebben ook vestigingen op rechteroever. Milieucoördinatoren werken vaak voor de verschillende vestigingen van een bedrijf. Het verder opdelen van de haven wil ook zeggen dat deze milieudiensten bij twee verschillende provincies aanvragen moeten indienen.
De Vlaamse adviesinstanties zijn ingedeeld per provinciale dienst, dat wil zeggen dat de Vlaamse adviseurs voor de haven zouden verschillen voor twee delen van de haven. De twee oevers van de haven zouden zo door verschillende personen (zowel bevoegde overheid als adviesinstanties) behandeld worden. Dit komt de efficiëntie niet ten goede en leidt ook tot een minder uniforme aanpak voor de vergunningverlening in de haven. Het havenbedrijf zal hierdoor steeds voor de verschillende oevers bij verschillende instanties terecht komen.
Op vlak van vergunningverlening en de haven van Antwerpen is het met andere woorden beter dat dit globaal bij dezelfde provincie zit. Onze provincie kent de bedrijven, hun geschiedenis, hun werking. Deze affiniteit met de bedrijven in de haven en de opgebouwde kennis van deze bedrijven, is een grote meerwaarde in de behandeling van de vergunningsaanvragen. Wegens de specificiteit van de haven is een uniforme aanpak ook aangewezen.
Kortom: gezien een deel van de haven van Antwerpen gelegen is in de gemeente Zwijndrecht zou een indeling van de fusiegemeente bij de provincie Oost-Vlaanderen zorgen voor een verdere versnippering van de vergunningsverlening. Bedrijven die vestigingen hebben op beide oevers moeten bij 2 provincies hun aanvraag indienen. Dit komt de efficiëntie niet ten goed en leidt tot een minder uniforme aanpak voor de vergunningverlening in de haven.
Er zijn projecten gelegen in de gemeente Zwijndrecht waarover de deputatie van de provincie Antwerpen een beslissing nam, die ondertussen werd aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Daarnaast zijn er projecten gelegen in de gemeente Zwijndrecht waarvoor een beroep werd in gediend bij de deputatie van de provincie Antwerpen.
Het is onduidelijk wat de impact is van een eventuele overgang van de gemeente Zwijndrecht naar de provincie Oost-Vlaanderen op lopende procedures in het kader van omgevingsberoepen.
Het samenvoegingsdecreet zou minstens in overgangsbepalingen moeten voorzien voor lopende procedures bij de deputatie en de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Zwijndrecht heeft haar 3e categorie waterlopen in 2014 aan de provincie overgedragen, waardoor quasi alle onbevaarbare waterlopen onder de verantwoordelijkheid van de provincie Antwerpen vallen. Het betreft een kleine 16 km. Alleen in het noorden van de gemeente is een andere waterloopbeheerder actief: De Polder van het Land Van Waas.
In het verleden is de gemeente regelmatig geconfronteerd met wateroverlast. Het betreft er een complexe problematiek, waarbij – meer nog dan in andere gemeenten – de toename aan verharde oppervlakten in combinatie met een gemengd rioleringsstelsel vaak de aanleiding is geweest van wateroverlast. Bovendien zijn een aantal oudere KMO- en industriegebieden niet voorzien van buffering. Op het grondgebied van Zwijndrecht is er dan ook veel te weinig ruimte voor water. De provincie Antwerpen heeft de voorbije jaren behoorlijk geïnvesteerd om diverse problemen op het grondgebied van Zwijndrecht op te lossen. Op het werkbezoek van de deputatie en de Gouverneur aan Zwijndrecht op 25 november 2022 is uitgebreid ingegaan op een aantal van die provinciale projecten.
Het waterlopenbeheer en de bijhorende adviesverlening in het kader van de watertoets zullen bij een inkanteling in de provincie Oost-Vlaanderen relatief eenvoudig kunnen overgenomen worden door de collega’s van Oost-Vlaanderen. Er dienen wel afspraken gemaakt te worden over het beheer van een aantal grenswaterlopen en de overdracht van infrastructuur:
Het belangrijkste ‘grensgeval’ is de Laarbeek. Een traject van 800m ligt deels op de gemeentegrens tussen Zwijndrecht en Antwerpen en loopt deels parallel met de eventuele nieuwe provinciegrens. Inzake beheer dienen hier de nodige afspraken te worden gemaakt. Het water van de Laarbeek wordt, in geval van nood, overgepompt naar de Burchtse Weel, een in 2011 aangelegd slikken- en schorrengebied als compensatie voor natuurschade als gevolg van de Oosterweelverbinding. Zowel het pompstation als de Burchtse Weel (nr. 2 op onderstaande figuur) bevinden zich op het grondgebied van de Stad Antwerpen. Het pompstation wordt beheerd door de provincie, de Burchtse Weel door ANB en DVW. Men kan zich dan ook de vraag stellen of dit pompstation in beheer moet blijven van de provincie Antwerpen. Het pompt water afkomstig van Oost-Vlaanderen in een gebied dat door Vlaamse instanties wordt beheerd.
Figuur 1: situering waterlopen, infrastructuur en projectgebieden
Het beheer van het pompstation van de Zwaluwbeek (nr. 1) zal door de provincie Oost-Vlaanderen overgenomen moeten worden.
Het project aan de Burchtse Scheibeek (nr. 5) heeft wat vertraging opgelopen oa door een PFAS-verontreiniging, maar zal in 2024 afgerond kunnen worden. De provincie Oost-Vlaanderen zou dus een opgewaardeerde Burchtse Scheibeek cadeau krijgen. Dit project wordt grotendeels met Vlaamse subsidies gerealiseerd.
Het project ‘Vernieuwen duikers Rotbeek’ (nr. 4) werd stopgezet om diverse redenen: de PFAS-problematiek, het kostenplaatje voor de verlegging van belangrijke nutsleidingen en, nog het belangrijkste, omdat de vernieuwde duiker van de Rotbeek onder de E34 een vlottere afvoer naar de Karperreed garandeert.
In het kader van de uitbouw van ons peilmeetnet werden in Zwijndrecht twee meetposten geïnstalleerd, één op de Laarbeek en één op de Burchtse Scheibeek. Beide meetposten zullen overgedragen moeten worden.
Tot slot zullen er ook afspraken gemaakt moeten worden met betrekking tot het beheer van de Palingbeek. Deze loopt grotendeels op het grondgebied van de stad Antwerpen, maar het bovenstroomse traject ligt op het grondgebied van Zwijndrecht, langsheen de E34. Door een aanpassing van de provinciale grenzen zou de Palingloop nog de enige waterloop op linkeroever zijn die niet onder de verantwoordelijkheid van de provincie Oost-Vlaanderen zou komen. Dit is vooral om praktische redenen niet gewenst. Eigenlijk zouden alle waterlopen op linkeroever onder de verantwoordelijkheid van één waterloopbeheerder moeten vallen. Een scenario dat eventueel via de Waterschappen gerealiseerd zou kunnen worden.
Kortom: Bij een eventuele indeling van de nieuwe fusiegemeente bij de provincie Oost-Vlaanderen moeten er afspraken gemaakt worden over het beheer van een aantal grenswaterlopen en de overdracht van infrastructuur.
Investeringsprojecten:
Subsidiedossiers
Bij de subsidiedossiers is het uiteraard de vraag (1) of de verantwoordingsnota’s gelden als toezegging van de subsidie die door een andere provincie moet gegeven worden en (2) of de resterende subsidies uitbetaald kunnen worden als een gemeente in een andere provincie komt te liggen.
Kortom: voor de investeringsprojecten en de subsidiedossiers in kader van de mobiliteit in de gemeente Zwijndrecht stellen zich enkele praktische bezorgdheden met betrekking tot de financiering van geplande projecten. Het is dan ook belangrijk om te voorzien in overgangsbepalingen voor een eventuele indeling in de provincie Oost-Vlaanderen.
Het project Fort Saint Marie
Het betreft een oud fort waarvoor Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) een masterplan voor de herontwikkeling opmaakte, waarin een toeristisch en economisch programma wordt vooropgesteld. Dit programma werd aan de site gekoppeld om de herontwikkeling betaalbaar te maken. Er is ook mogelijke bodemvervuiling waarvoor ook een oriënterend bodemonderzoek (OBO) opgestart zal worden.
Daarnaast is een bestemmingswijziging nodig om het project de gewenste juridische mogelijkheden te kunnen bieden. De provincie heeft aangegeven om MLSO en de gemeente te willen ondersteunen. Een eerste fase van het project zou een haalbaarheidsonderzoek inhouden, waarbij het masterplan zou worden afgetoetst aan de meest recente ruimtelijke regelgeving. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zou er bepaald worden of het voorliggende masterplan kan worden door vertaald in een RUP of er bijsturingen nodig zijn.
Het project zou worden voorgesteld op het jaarprogramma ruimtelijke planning 2024, maar wordt voorlopig niet meegenomen.
Site Van Laere
Van Laere is een bouwbedrijf in een zone voor bedrijvigheid in Zwijndrecht. Het bedrijf wenst zijn activiteiten op deze site stop te zetten en de site te herontwikkelen. Volgens het PBRA dient de zone voor bedrijvigheid behouden te blijven. In een voortraject werd er daarom aangegeven dat een volledige residentiële herontwikkeling niet conform is. Op dit ogenblik is de eigenaar en overnemer een nieuw masterplan uit aan het werken inclusief economische ontwikkeling. Er werd afgesproken dat de provincie een ondersteunde rol opneemt van zodra er een ontwerpmasterplan voor handen is.
Kortom: de geplande ruimtelijke planningsprojecten worden voorlopig on hold gezet. Bij een definitieve indeling bij de provincie Oost-Vlaanderen is de provincie Antwerpen niet meer aan zet om projecten uit te voeren of om ondersteuning te bieden bij deze projecten.
Er loopt een herbestemmingstraject rond de Sint-Martinuskerk in Burcht. Hiervoor heeft de provincie Antwerpen een subsidie toegekend van 250.000 EUR. Het project loopt van 1 juni 2023 tot 1 juni 2027. Bij een definitieve indeling bij de provincie Oost-Vlaanderen moet besproken worden hoe dit verder moet vanaf 1 januari 2025. Mogelijk kan dit vanuit financieel oogpunt bekeken worden bij de vraag naar compensatie (zie 5. Financiële aspecten).
Voor de gemeenteraad van de nieuwe (fuserende) gemeente is het duidelijk dat er gemeenschappelijke lijsten worden ingediend voor de verkiezingen voor de gemeenteraad van de nieuwe gemeente.
De impact op de verkiezingen voor de provincieraad op 13 oktober 2024 is niet geregeld in de wetgeving. Zo is het onduidelijk of kiezers, naar analogie met wat geldt voor de gemeenteraad, zullen stemmen op de lijsten van de provincie waartoe de nieuwe (fuserende) gemeente zal behoren.
Hetzelfde geldt voor de taken die de provincies behartigen in kader van de lokale verkiezingen.
Het is noodzakelijk dat een regeling omtrent de provincieraadsverkiezingen opgenomen wordt in de regelgeving.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publiek diensten
SDG-subdoelstelling 16.7 Ontvankelijke, inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus garanderen
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 7 december 2023.
De financiële impact voor provincie Antwerpen zit vooral in de gevolgen voor de provinciebelasting bij een fusie van Zwijndrecht-Beveren-Kruibeke en een overheveling naar de provincie Oost-Vlaanderen:
Zo kom je samengeteld op een verlies van ca. 2,6 miljoen EUR per jaar aan ontvangsten als de gemeente Zwijndrecht niet meer tot de provincie Antwerpen zou behoren.
Bij het ramen hield de dienst Fiscaliteit rekening met de ingekohierde bedragen van 2023 en geschatte onwaardes. Het jaarlijks verlies zal de komende jaren uiteraard nog hoger uitvallen gelet op de indexering van de belastingen.
Kortom: een fusie van Zwijndrecht-Beveren-Kruibeke en een mogelijke overheveling naar de provincie Oost-Vlaanderen zou voor een stevig financieel verlies zorgen voor de provincie Antwerpen waar de provincie Antwerpen investeringen heeft gedaan in de gemeente Zwijndrecht die nog effect genereren de komende jaren. Er zou daarom bekeken moeten worden of de provincie Antwerpen gecompenseerd kan worden voor de verlies.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad van Antwerpen adviseert om de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht in de delen bij de provincie Antwerpen. Dit advies komt voornamelijk tot stand vanuit de zorg voor een efficiënte en effectieve veiligheidsaanpak vanuit één zorggebied en vanuit de bezorgdheid rond een verdere versnippering van de vergunningverlening in de specifieke context van de haven van Antwerpen.
Artikel 2:
De provincieraad van Antwerpen vraagt om in een financiële compensatie te voorzien voor het financiële verlies van 2,6 miljoen EUR indien de nieuwe gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht ingedeeld wordt bij de provincie Oost-Vlaanderen.
Artikel 3:
De provincieraad van Antwerpen vraagt om overgangsbepalingen te voorzien indien de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht wordt ingedeeld bij de provincie Oost-Vlaanderen. Die overgangsbepalingen moeten minstens betrekking hebben op:
- lopende dossiers rond omgevingsvergunningen;
- het beheer van een aantal grenswaterlopen en de overdracht van infrastructuur inzake waterbeleid;
- de investeringsprojecten en de subsidiedossiers in kader van de mobiliteit in de gemeente Zwijndrecht;
- de provincieraadsverkiezingen van 13 oktober 2024.
Bijlagen:
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 21
totaal aantal tegenstanders: 0
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 12
Met als gevolg: Goedgekeurd met 21 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 12 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Koen
Dillen
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Geen
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Jan
Claessen
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Catherine
François
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Mevrouw VAN DIENDEREN verlaat de zaal bij de behandeling van dit agendapunt. Goedgekeurd met 29 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 3 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 1/1 | Uitvoering RSPA : PRUP “Kempense Meren II” – Mol – voorlopige vaststelling. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Art. 43, § 2, 10° van het provinciedecreet bepaalt de bevoegdheid van de provincieraad: beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de provincieraad voorbehoudt.
Meer specifiek bepaalt de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in artikel 2.2.15, §1: De provincieraad stelt het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.
Artikel 2.1.64, §2 van het Decreet landinrichting bepaalt dat het grondruilplan gelijktijdig met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt en het tegelijk met het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt onderworpen aan de procedureregels voor het opmaken van dat uitvoeringsplan. De instantie die bevoegd is voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan stelt tegelijk met de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan het grondruilplan voorlopig vast.
Artikel 2.1.65, §6 van het Decreet Landinrichting bepaalt dat het grondruilplan tegelijk met het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt onderworpen aan het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 2.2.15 VCRO.
Het decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving van 8 december 2017.
Het decreet betreffende de landinrichting van 28 maart 2014 (en latere wijzigingen).
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009 (en latere wijzigingen), meer bepaald de artikelen 2.2.12. tot 2.2.17 betreffende de procedure voor de opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het decreet van 18 juli 2003 (en latere wijzigingen) betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 in een Waterwetboek meer bepaald het artikel 1.3.1.1.
Het decreet van 4 april 2003 (en latere wijzigingen) betreffende de oppervlaktedelfstoffen.
Het decreet van 21 oktober 1997 (en latere wijzigingen) betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende het 2de Algemeen Delfstoffenplan.
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de landinrichting van 6 juni 2014 (en latere wijzigingen).
Het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Het besluit van de Vlaamse regering van 26 maart 2004 (en latere wijzigingen) houdende regels tot uitvoering van het oppervlaktedelfstoffendecreet.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft, met volgende wijzigingen:
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 over de definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 over de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft.
Het ministerieel besluit van 16 december 2019 houdende het verlenen van een delegatie van de planningsbevoegdheid voor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kempense Meren II’ voor het herbestemmen van een reservegebied voor ontginningen naar recreatie, het herbestemmen van een ontginningsgebied naar de bestemmingen landbouw, natuur en waterwinning, het voorzien van een vervangend gebied voor de winning van delfstoffen, het voorzien in overdrukken voor natuurverweving en het voorzien in een versterking van de natuurlijke en agrarische structuur door een herschikking van landbouwpercelen en natuur-/bospercelen.
Het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen, en het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen.
Besluit van de Vlaamse Executieve van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen binnen de watergebieden en de beschermingszones.
Historiek
Als uitvoering van het RSPA werd in 2009 op het grondgebied van de gemeente Mol een procedure tot opmaak van een PRUP Kempense Meren I met bijhorend plan-MER opgestart.
In 2013 werd door een gebrek aan consensus op de plenaire vergadering van het voorontwerp PRUP Kempense Meren I door het Agentschap van Natuur en Bos (ANB) aan de gouverneur gevraagd om een coördinatieopdracht op te starten.
Op 28 januari 2016 keurde de provincieraad het bestek voor “PRUP Kempense Meren II” goed.
Op 31 maart 2016 gunde de deputatie de opdracht PRUP “PRUP Kempense Meren II” met bijhorend plan-MER aan het studiebureau Sweco.
In dezelfde zitting werd de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de provincie Antwerpen betreffende de opmaak van een inrichtingsnota.
Op 11 mei 2017 keurde de deputatie de samenstelling van het planteam (team Mer, ruimtelijke planner, MER-coördinator, provinciale administratie, diensten gouverneur) goed. Het planteam is verantwoordelijk voor de opmaak, begeleiding en het openbaar maken van de verschillende documenten.
Op 29 juni 2017 keurde de deputatie de openbaarmaking van de startnota, de nota landbouw en de procesnota 1 goed. De publieke raadpleging werd georganiseerd van 11 september 2017 tot en met 9 november 2017. Het participatiemoment, onder de vorm van een infomarkt in het Ecocentrum De Goren, had plaats op 13 september 2017. Ook de adviesinstanties werden aangeschreven.
Op 12 april 2018 nam de deputatie kennis van de scopingnota, de FAQ-vragen, procesnota 2 en het verslag van het participatiemoment van 13 september 2017.
Op 2 mei 2019 keurde de deputatie de samenwerkingsovereenkomst goed tussen de Vlaamse Landmaatschappij en de provincie betreffende de opmaak van een grondruilplan.
Op 15 mei 2019 werd een algemene toelichting gegeven aan het college van Mol over het hele planningsproces.
Op 17 oktober 2019 nam de deputatie kennis van het voorontwerp PRUP “Kempense Meren II” te Mol en Dessel en de bijhorende studies (ontwerp plan-MER, voorontwerp inrichtingsnota), scopingnota 2 en procesnota 3 en gaf zij goedkeuring om deze documenten te bespreken in de PROCORO en in een plenaire vergadering.
Op 16 december 2019 werd door middel van een Ministerieel Besluit van de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme aan de provincie Antwerpen een delegatie verleend van de planningsbevoegdheid voor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kempense Meren II’ voor het herbestemmen van een reservegebied voor ontginningen naar recreatie, het herbestemmen van een ontginningsgebied naar de bestemmingen landbouw, natuur en waterwinning, het voorzien van een vervangend gebied voor de winning van delfstoffen, het voorzien in overdrukken voor natuurverweving en het voorzien in een versterking van de natuurlijke en agrarische structuur door een herschikking van landbouwpercelen en natuur-/bospercelen. De provincie heeft deze delegatie op 17 december 2019 naar aanleiding van de plenaire vergadering ontvangen.
Op 17 december 2019 werden het voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, het ontwerp plan-MER en het voorontwerp van inrichtingsnota voorgelegd aan de plenaire vergadering. Dezelfde documenten werden tevens voorgelegd aan de PROCORO op 18 november 2019 m.o.o. een advies n.a.v. de plenaire vergadering.
Op 3 september 2020 nam de deputatie kennis van de ontwerp inrichtingsnota en de procesnota 4 en gaf zij goedkeuring om deze documenten, mits kleine aanpassingen, in openbaar onderzoek te laten gaan.
De ontwerp inrichtingsnota werd per brief bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten Mol en Dessel, met het verzoek om hierover een openbaar onderzoek te organiseren en met opgave van de mogelijkheid om hierover een advies uit te brengen.
Van 9 november 2020 tot en met 8 december 2020 werd het openbaar onderzoek over de ontwerp-inrichtingsnota gehouden. Er werd een digitaal infomoment georganiseerd op 12 november 2020. De betrokken eigenaars werden persoonlijk aangeschreven en konden zich inschrijven voor een bilateraal overleg met VLM op 16, 19 en 26 november 2020.
In totaal werden 11 reacties met opmerkingen en bezwaren en 1 advies ingediend bij de gemeenten Dessel en Mol. De gemeenten Mol en Dessel dienden zelf ook een advies in bij de provincie.
Op 24 juni 2021 nam de deputatie kennis van deze reacties, bezwaren en adviezen en stemde zij in met de nota bezwarenbehandeling en de op basis daarvan aangepaste ontwerp inrichtingsnota.
In diezelfde zitting nam de deputatie kennis van de verklaring tot instemming van ANB.
Op 8 juli 2021 keurde de Vlaamse Landmaatschappij de ontwerp inrichtingsnota goed. De Vlaamse Landmaatschappij bezorgde de goedgekeurde ontwerp inrichtingsnota vervolgens aan de Vlaamse Regering met de vraag om een machtiging te verlenen om de instrumenten “herverkaveling uit kracht van wet die gekoppeld is aan een ruimtelijk uitvoeringsplan” en “inrichtingswerken uit kracht van wet” toe te passen.
Bij schrijven van 14 september 2021 bezorgde de Vlaamse Landmaatschappij de beslissing van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 (VR 2021 1009 DOC.1036-1). Dit schrijven werd op 23 september 2021 ontvangen. De Vlaamse Regering heeft beslist om het provinciebestuur van Antwerpen te machtigen om in het kader van de ontwerp inrichtingsnota Gebiedsgericht planningsproces Kempense Meren II te Mol de instrumenten ‘herverkaveling uit kracht van wet die gekoppeld is aan een ruimtelijk uitvoeringsplan’ en ‘inrichtingswerken uit kracht van wet’ toe te passen.
Op 30 september 2021 verzocht de deputatie de landcommissie over te gaan tot uitvoering van de opmaak van het grondruilplan.
Op 1 december 2022 nam de deputatie kennis van scopingnota 3 en procesnota 6 en gaf goedkeuring tot publicatie van beide op de website van de provincie Antwerpen.
Op 17 augustus 2023 besliste de landcommissie Antwerpen om het grondruilplan aan de provincie over te maken.
Inhoud van het plan
De provincie Antwerpen zoekt met het PRUP Kempense Meren II naar een nieuw evenwicht tussen recreatie, ontginning, landbouw en natuur.
Het PRUP Kempense Meren II situeert zich overwegend op het grondgebied van Mol en een klein gedeelte op het grondgebied van Dessel. Ten behoeve van een geïntegreerde besluitvorming zijn ook de milieueffecten van de planopties onderzocht in een ontwerp plan-MER. De passende beoordeling en de verscherpte natuurtoets werd geïntegreerd in dit ontwerp plan-MER.
Het PRUP Kempense Meren II bestaat uit 4 deelplannen namelijk:
Fig. 1: Aanduiding van de deelplannen |
Ontwerp RUP
Hieronder worden de 4 deelplannen kort besproken.
Het deelplan Hoofdpoort bevat het Zilvermeer en het deel tussen Zilvermeerlaan en Kanaalplas. Volgens het gewestplan is het Zilvermeer bestemd als een reservegebied voor ontginningen. Een deel van het PRUP Kanaalplas (ten noorden van de Zilvermeerlaan) - de koophaven (ambachtelijke zone), de parking en de jachthaven – wordt meegenomen in het deelplan en herbestemd tot recreatiegebied.
Fig. 2: gewestplan en PRUP Kanaalplas (MB 07/12/2006) |
|
Fig. 3: Luchtfoto |
Fig. 4: grafisch plan Deelplan Hoofdpoort |
Het deelplan Schansheide bevat het zuidelijk deel, dat nog niet ontgonnen is, van een groter ontginningsgebied met nabestemming natuur op het gewestplan. Het gebied sluit aan bij de fabriek van een zandontginner te Dessel. In het gebied Schansheide is er ook grondwaterwinning voor de productie van drinkwater en een waterproductiecentrum (PIDPA). Dit waterproductiecentrum is op het gewestplan gelegen in landbouwgebied.
Fig. 6: gewestplan |
Fig. 7: grafisch plan deelplan Schansheide |
In het deelplan Vervangende Ontginningsgebieden worden ontginningsgebieden bestemd. Dit ter vervanging van de huidige bestemming ‘uitbreidingen voor ontginningsgebied’ die door deelplan Hoofdpoort wordt opgeheven, en van het zuidelijke deel van de huidige bestemming ‘ontginningsgebied’ ter hoogte van Schansput die door deelplan Schansheide wordt opgeheven.
Tegelijkertijd wordt ook een leidingsstraat aangeduid van de vervangende ontginningsgebieden naar de verwerkingsinstallaties. Deze leidingsstraat vormt een planologische verankering voor de noodzakelijke (deels bestaande en daarop aansluitend nieuwe) leidingen tussen de vervangende ontginningsgebieden en de verwerkingsinstallaties.
In 2007 heeft de Vlaamse regering dit landbouwgebied aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied (HAG) met een beleidsmarge voor ontginningen. In het 2de algemeen delfstoffenplan (BVR 19 december 2014) werd reeds voorgesteld dat de behoefte aan de delfstof kwartszand in Vlaanderen kon opgevangen worden door middel van een planologische ruil.
|
Fig. 8: Gewestplan |
Fig. 9: grafisch plan deelplan Vervangende Ontginningsgebieden |
Het deelplan Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel-Zuid behelst verschillende deelgebieden, die samen een geheel van puzzelstukken vormen met het oog op het realiseren van beter aaneengesloten landbouw- en natuurgebieden. In het deelplan wordt landbouwgebied omgezet naar natuurgebied en bosgebied naar landbouwgebied. De juridisch noodzakelijke boscompensatie gebeurt in hetzelfde deelplan. Daarom wordt er gesproken van een bosverplaatsing.
Het deelgebied Harde Putten (zuidelijk groen puzzelstuk) bestaat uit een aantal kleinere landbouwpercelen (hobbylandbouw) op het grondgebied van de gemeente Dessel. Het deelgebied Den Diel is een smalle reststrook tussen een gracht en het vervangend ontginningsgebied waar de bestemming landbouwgebied wordt omgezet naar bos. Dit gebied is deels (zonevreemd) bos, deels onderdeel van een akker. Het meest noord-oostelijke deel is op het gewestplan bos maar wordt op dit ogenblik ingevuld door een akker die aansluit op het naastgelegen landbouwgebied. Gelet op de bestaande situatie worden deze drie puzzelstukken niet meegenomen in het grondruilplan (zie verder).
Fig. 11: Gewestplan |
Fig. 12: grafisch plan deelplan Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel Zuid |
Inrichtingsnota:
Bij het deelplan Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel-Zuid is er ook een inrichtingsnota opgenomen. De inrichtingsnota is een bijkomend onderdeel van het planningsproces in functie van de uitvoering en realisatie van de visie van dit deelplan op het terrein. Door de opmaak van een inrichtingsnota wordt in het afgebakende gebied de inzet van instrumenten van het decreet landinrichting mogelijk gemaakt. De inrichtingsnota maakt het in casu mogelijk om instrumenten te ontsluiten die noodzakelijk zijn om de Europese natuurdoelen op het terrein te realiseren en de impact ervan op landbouw te flankeren.
In de inrichtingsnota komt uit de afweging van de instrumenten volgende instrumenten naar voor:
Hierbij worden tegelijk met de invoering van nieuwe stedenbouwkundige voorschriften de eigendoms- en gebruikssituatie van de betrokken gronden gelijktijdig aangepast. Dit gebeurt via een grondruilplan (zie verder). Het volgende gebied wordt afgebakend voor het inzetten van het instrument herverkaveling uit kracht van wet die gekoppeld is aan een ruimtelijk uitvoeringsplan.
|
Fig. 13: grondruilplan (gebied afgebakend voor het inzetten van het instrument herverkaveling uit kracht van wet die gekoppeld is aan een ruimtelijk uitvoeringsplan) |
Om de bosverplaatsing mogelijk te maken, is het noodzakelijk om dit te kaderen in een groter geheel van opwaardering van natuur. Daardoor is in de inrichtingsnota, naast de deelgebieden ‘Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel-Zuid’, ook een aantal werkzaamheden in natuurgebied De Koemook meegenomen (instrument van inrichtingswerken). Deze vallen buiten het PRUP maar zijn wel de reden waarom de deelgebieden ‘Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel-Zuid’ opgenomen zijn in het PRUP. Het is namelijk de bedoeling om de natuurwaarden in De Koemook te versterken door een hydrologische buffer aan te leggen tussen De Koemook en het aangrenzende landbouwgebied.
Fig. 14: grondruilplan De Koemoek (gebied afgebakend voor inrichtingswerken (al dan niet uit kracht van wet)) |
Naast de afweging van de instrumenten wordt in de inrichtingsnota ook het financiële kader opgenomen met de verantwoordelijke overheid. De financiering ziet er als volgt uit:
Fig. 15 Financieringsplan Inrichtingsnota |
Voor beide inrichtingsinstrumenten wordt de financiering opgenomen door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het Agentschap heeft verklaard hiermee in te stemmen per mail op 16 juni 2021.
De ontwerp inrichtingsnota wordt, als onderdeel van het ontwerp PRUP, mee in openbaar onderzoek gelegd.
Grondruilplan
Uit de inrichtingsnota is het instrument ‘Herverkaveling uit kracht van wet die gekoppeld is aan een ruimtelijk uitvoeringsplan’ naar voor gekomen om de doelstellingen van het deelplan ‘landbouw- en natuurgebieden Mol Postel Zuid’ van het PRUP Kempense Meren II te realiseren. Hiervoor dient een grondruilplan opgemaakt te worden. Om de aanpassing van eigenaars en gebruikers uit kracht van wet te realiseren, maakt de landcommissie voor de percelen die binnen het blok (= het geheel van onroerende goederen in een herverkaveling) liggen een grondruilplan op. (art. 2.1.64, §1 decreet landinrichting)
Bij de opmaak van een grondruilplan worden door de landcommissie een aantal formele stappen gezet, namelijk (zie ook art. 2.1.64 t.e.m. 2.1.66 decreet landinrichting):
De provincieraad stelt tegelijk met de voorlopige vaststelling van het ontwerp PRUP het grondruilplan voorlopig vast. (art. 2.1.64, §2 decreet landinrichting)
Het grondruilplan moet samen met het ontwerp PRUP, dat in de planologische ruil voorziet, in openbaar onderzoek gebracht worden. (art. 2.1.65, §6, decreet landinrichting)
De vaststelling van de inrichtingsnota en het grondruilplan zal uiteindelijk door de provincieraad gebeuren, gelijktijdig met de definitieve vaststelling van het PRUP.
Toetsing van het plan aan de juridische bepalingen
De planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Kempense Meren II” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;
De inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Kempense Meren II” is in overeenstemming met het richtinggevend en het bindend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Toeristisch-recreatief netwerk ‘Kempen’
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen verwijst naar een netwerk Kempen. Het gebied Kempen dat de provincie selecteert als toeristisch-recreatief netwerk, is beperkter van omvang en specifiek te duiden. De deelruimten ‘Kempische as’, ‘het Turnhoutse’ en ‘Kleine Nete’ zijn de voornaamste elementen.
De (delen van) gemeenten die tot dit netwerk behoren zijn: Arendonk, Balen, Beerse, Dessel, Geel, Herentals, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout, Mol, Olen, Oud-Turnhout, Retie, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar en Westerlo.
De uitbouw van de verblijfsmogelijkheden moet selectief en kwalitatief zijn. Vooral de omgeving rond Mol is goed voorzien van zwemmogelijkheden. Vijvers kunnen worden uitgerust voor bijkomende recreatieve doeleinden. De rivieren en kanalen zijn lineaire assen voor waterrecreatie. Het cultuurhistorisch erfgoed speelt een ondersteunende rol in het netwerk. Turnhout is de belangrijkste stad in het gebied.
Binnen het netwerk Kempen situeren zich de meeste bestaande attractiepunten (Bobbejaanland, Zilvermeer, Sunparks, Lilse Bergen, Keiheuvel). Deze punten worden geselecteerd als toeristisch-recreatieve knooppunten, verbonden via het openbaar vervoer.
Toeristisch-recreatieve knooppunten
Toeristisch-recreatieve knooppunten ondersteunen de toeristisch-recreatieve netwerken. Zij zijn aantrekkingsgebieden met hoogdynamische infrastructuren van Vlaams of provinciaal niveau. Alleen de provincie kan voor de knooppunten ruimtelijk uitvoeringsplannen opmaken waarin een specifiek ruimtelijk ontwikkelingsperspectief wordt vastgelegd. Het hiervoor besproken overlegorgaan kan bijdragen tot de opmaak van een dergelijk ontwikkelingsperspectief.
De provincie beschouwt de knooppunten met minimaal 100.000 getelde bezoekers per jaar als hoogdynamisch. Onderstaande lijst bevat de knooppunten waarvan de provincie het hoogdynamisch karakter reeds vandaag wil vastleggen en die relevant zijn voor het planningsproces Kempense Meren II:
Eventueel kunnen nieuwe knooppunten worden aangeduid. In de lijst is geen onderscheid gemaakt naar elementen van Vlaams en provinciaal niveau. De uitspraken in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de betrokkenheid van het Vlaams gewest bij het overlegorgaan moeten mogelijk maken een taakverdeling en onderlinge afstemming te organiseren.
Als specifieke verblijfsknooppunten zijn de grootste terreinen met openluchtrecreatieve verblijven van de provincie Antwerpen geselecteerd met meer dan 100.000 overnachtingen en die relevant zijn voor het planningsproces Kempense Meren II:
Gebieden van primair toeristisch-recreatief belang
Dit zijn de stedelijke gebieden en specifiek aangeduide gebieden binnen de netwerken. Hier zijn uitbreiding en inplanting van nieuwe hoogdynamische infrastructuur mogelijk. Bezoekersgenererende activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats in en aansluitend bij een stedelijk gebied. De provincie maakt geïntegreerde gebiedsgerichte strategische plannen op in samenwerking met de betrokken sectoren en gemeentebesturen. De plannen werken een visie, een ruimtelijk concept en mogelijke maatregelen voor de gebieden uit. Ook bij de afbakening van de stedelijke gebieden wordt een ontwikkelingsperspectief voor hoogdynamische infrastructuur uitgewerkt.
De kapstokken voor het deelplan Landbouw- en natuurgebieden Mol Postel-Zuid zijn te vinden in beleidsplannen van de hogere overheid, namelijk AGNAS en een ministeriële beslissing van de Vlaamse Regering om een buffering te voorzien rond Koemook.
Het deelplan vervangende ontginningsgebieden kadert in het 2e Algemeen Oppervlaktedelfstoffenplan en is ook opgenomen in AGNAS.
Daarnaast zijn er ook in het (nog in werking te treden) PBRA enkele kapstokken te vinden. Het uitgangspunt van het PRUP Kempense Meren II is om een beter gebruik van de ruimte in die regio te waarborgen voor de verschillende ruimteclaims die er daar plaatsvinden: ontginning, recreatie, landbouw en natuur.
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’, p. 9:
“Met het beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’ zorgen we ervoor dat nieuwe ontwikkelingen in onze schaarse ruimte niet langer versnipperd gebeuren. Door onze beschikbare ruimte efficiënter te gebruiken, zal de druk op onze open ruimte verminderen.”
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’, p. 13:
“Open ruimte draagt bij tot onze fysieke en mentale gezondheid. Het is de plek waar ons voedsel geproduceerd wordt en zorgt voor onze veiligheid tegen overstromingen, het levert ons drinkwater en zorgt voor verkoeling, (adem)ruimte, rust en stilte in onze sterk verstedelijkte provincie.
Daarnaast versterkt de open ruimte de kwaliteiten van ons landschap en levert ze talrijke ecosysteemdiensten (voedselproductie, waterberging, bestuiving, recreatie, CO2 captatie, grondstoffen …) die levensnoodzakelijk zijn voor ons als mens en als maatschappij.
Als provincie Antwerpen starten we projecten op om deze waarden van de open ruimte te behouden.”
Beleidskader ‘Sterke Netwerken: ruimte en mobiliteit’, p. 46:
“Daarbij voegen we het uitgangspunt toe dat de dynamiek die een bepaalde activiteit genereert, in overeenstemming moet zijn met wat die plek aankan. Dit maakt dat ruimtelijke keuzes meer onderbouwd kunnen worden ‘op maat van de plek’, en dat de ontwikkeling van een plek steeds maatwerk blijft.
Het gaat onder andere om
Beleidskader ‘Sterke Netwerken: ruimte en mobiliteit’, p. 46:
“Niet elke bestaande hoogdynamische functie is gelegen aan een ruimtelijke multimodale knoop. We streven ernaar dat type functie minstens een multimodale ontsluiting te geven, zodat de functies in kwestie bereikbaar zijn met duurzame verplaatsingsmiddelen.”
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’, p 39:
“We vermijden gebouwen of exploitaties in gebouwen binnen waterwingebieden of grondwaterbeschermingszones omwille van de productie van gezond en veilig drinkwater. Zo voorkomen we de verontreiniging van het grondwater dat in deze gebieden wordt opgepompt voor menselijke consumptie.”
Waterparagraaf
Volgens het decreet van 18 juli 2003 (en latere wijzigingen) betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 in een Waterwetboek, meer bepaald volgens artikel 1.3.1.1. dient het plan onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets.
Het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van het vermelde decreet.
In het ontwerp plan-MER is de impact van het planvoornemen op het watersysteem onderzocht. Er wordt geen impact voorzien op de pluviale of fluviale overstromingszones.
Rekening houdend met de analyse en effectbesprekingen in de ontwerp plan-MER, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het PRUP ‘Kempense Meren II’ verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 11 Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.
SDG-subdoelstelling 11.3 Tegen 2030 inclusieve en duurzame stadsontwikkeling en capaciteit opbouwen voor participatieve, geïntegreerde en duurzame planning en beheer van menselijke nederzettingen in alle landen.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kempense Meren II’ te Mol en Dessel wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2:
Het grondruilplan bij het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kempense Meren II’ wordt voorlopig vastgesteld.
Bijlagen:
- Ontwerp PRUP ‘Kempense Meren’, incl. ontwerp plan-MER en ontwerp inrichtingsnota;
- Grondruilplan;
- Verslag van de plenaire vergadering van 17 december 2019, incl. de volledige adviezen.
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 29
totaal aantal tegenstanders: 0
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 3
Met als gevolg: Goedgekeurd met 29 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 3 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Geen
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Louis
Schoofs
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Volgende sprekers nemen het woord: Goedgekeurd met 27 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 2 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/2 | Erratum. Uitvoering RSPA: PRUP 'Regionale ontsluiting Geel bis' – Geel – voorlopige vaststelling. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Art. 43, § 2, 10° van het provinciedecreet bepaalt de bevoegdheid van de provincieraad: beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de provincieraad voorbehoudt.
Meer specifiek bepaalt de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in artikel 2.2.15., §1: De provincieraad stelt het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009 (en latere wijzigingen), meer bepaald de artikelen 2.2.12. tot 2.2.17 betreffende de procedure voor de opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het decreet van 18 juli 2003 (en latere wijzigingen) betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 in een Waterwetboek meer bepaald het artikel 1.3.1.1.
Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft, met volgende wijzigingen:
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 over de definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 over de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft.
Het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen, en het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen.
Historiek
Op 29 juni 2017 ging de deputatie akkoord met de heropstart van het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’.
Op 28 september 2017 keurde de provincieraad de selectieleidraad en het bestek van de opdracht voor de opmaak van het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ goed.
Op 21 juni 2018 nam de deputatie kennis van een eerste procesnota.
Op 18 juli 2019 keurde de deputatie de startnota en de procesnota versie 2 goed.
Er werd een publieke raadpleging georganiseerd van 4 oktober 2019 tot en met 2 december 2019 en op 10 oktober 2019 vond het participatiemoment plaats.
Op 29 april 2021 nam de deputatie kennis van de scopingnota en de procesnota versie 3.
Op 24 november 2022 keurde de deputatie het voorontwerp PRUP 'Regionale ontsluiting Geel bis' te Geel en het bijhorende ontwerp plan-MER goed, en nam het kennis van procesnota versie 4.
Op 19 januari 2023 werd de plenaire vergadering georganiseerd.
Op 1 juni 2023 keurde de deputatie het verslag met betrekking tot de voorlopige vaststelling van het ontwerp-PRUP 'Regionale ontsluiting Geel bis' goed om voor te leggen aan de provincieraad.
Op 22 juni 2023 stelde de provincieraad het ontwerp-PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ voorlopig vast.
Er liep een openbaar onderzoek van 18 augustus 2023 tot en met 16 oktober 2023.
Nieuwe voorlopige vaststelling
N.a.v. een bezwaarschrift dat werd ontvangen i.k.v. het openbaar onderzoek, werd vastgesteld dat de passende beoordeling (en verscherpte natuurtoets) per vergissing niet als bijlage bij het ontwerp-plan-MER werd gevoegd. Om deze materiële vergissing recht te zetten en te komen tot een correct procedureverloop, gelet op artikel 36ter, §3 van het decreet natuurbehoud en natuurlijk milieu en artikel 2.2.15, §2 en §3 VCRO (en ondergeschikt art. 4.2.4 DABM), is het noodzakelijk om te komen tot een nieuwe voorlopige vaststelling van het ontwerp-PRUP met het ontwerp-plan-MER en de daarin geïntegreerde passende beoordeling en verscherpte natuurtoets alsook een nieuw openbaar onderzoek hiervoor te organiseren.
Het bijvoegen van deze passende beoordeling en verscherpte natuurtoets wijzigt niets aan de inhoud van het ontwerp-PRUP en ontwerp-plan-MER.
De reeds ingediende adviezen, opmerkingen of bezwaren tijdens het vorige openbaar onderzoek (dat liep van 18 augustus 2023 tot en met 16 oktober 2032) zullen worden meegenomen in de verdere procedure.
Inhoud van het plan
In het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Geel werd op 14 december 2011 het PRUP ‘Regionale Ontsluiting’ te Geel definitief vastgesteld. Dit PRUP werd op 16 mei 2014 vernietigd door de Raad van State.
Op 29 juni 2017 besliste de deputatie om voor de regionale ontsluiting van Geel een nieuw PRUP-proces op te starten.
Het planningsproces voor de regionale ontsluiting van Geel bis heeft tot doel om een nieuwe verbinding tussen de bestaande ring van Geel (N19g - R14 - N71) en de Retieseweg (N118) te realiseren. De woonkern van Geel krijgt heel wat doorgaand (vracht)verkeer te slikken. Deze nieuwe weg heeft als doelstelling de verbetering van de verkeersleefbaarheid van de kern van Geel, en meer specifiek Sint-Dimpna.
Om dit te bereiken is het noodzakelijk om een plangebied vast te leggen waarbinnen de regionale ontsluiting en aanhorigheden kunnen worden uitgevoerd. Aan deze grafische plancontour worden voorschriften gekoppeld. De resultaten uit de milieueffectenbeoordeling (plan-MER) zijn hierin doorvertaald (zie verder). Er werd tevens een passende beoordeling opgemaakt.
Het plangebied bevindt zich ten noorden van de kern van Geel, meer specifiek tussen de Ring van Geel (R14) in het westen en de Retieseweg (N118) in het oosten.
Ontwerp PRUP
Focus op alternatieven G1/G2
De scopingnota (eerdere fase van het PRUP-proces) legde 5 locatiealternatieven vast.
Op basis van de resultaten van het ontwerp plan-MER waarbij onder meer werd gekeken naar de impact op woningen, landbouw, natuur en mobiliteitsstromen alsook de praktische
uitvoerbaarheid kwam de focus te liggen op twee alternatieven ten noorden van de Geelse kern, namelijk G1 en G2.
Ontwerpend onderzoek
Via ontwerpend onderzoek werd onderzocht hoe deze 2 alternatieven landschappelijk kunnen worden ingepast, rekening houdend met de plandoelstellingen en ruimtelijk-landschappelijke randvoorwaarden. Concreet betekende dit dat het ontwerp maximaal de aanwezige bestaande landschapsstructuren (perceelsrandbegroeiing, houtkanten, bomenrijen en waterlopen) diende te behouden alsook rekening diende te houden met de belangrijkste conclusies vanuit het ontwerp plan-MER (woningen, beschermde natuur, landbouwpercelen, water, …). Het ontwerpend onderzoek leidde tot onderstaande plancontour.
Plancontour
Het voorkeursalternatief voor de regionale ontsluiting van Geel leidt tot een plancontour die een reservatiestrook of overdruk vastlegt waarbinnen de wegverbinding en de nodige aanhorigheden tussen het primair wegennet rond Geel (N19g - R14 - N71) en de N118 (secundaire weg type II) kunnen worden gerealiseerd en waarbinnen ook de milderende maatregelen vanuit de ontwerp plan-MER kunnen worden gecapteerd.
2. Ontwerp grafisch plan
Er wordt gekozen voor een overdruk, en niet voor een effectieve herbestemming, en dit vanuit het principe van zuinig ruimtegebruik. Het is in planfase niet exact in te schatten welke ruimte het uiteindelijke project effectief zal innemen. Het werken met een overdruk biedt het voordeel dat de (delen van) percelen binnen het plangebied hun oorspronkelijke onderliggende grondbestemming behouden op die plekken waar de ruimte niet wordt ingenomen door het gerealiseerde project.
Inrichting
De nieuwe weg zal aansluiten op de R14 aan westelijke zijde. Er komt een nieuw kruispunt tussen de nieuwe regionale ontsluiting met de Dr. v/d Perrestraat (N19). Het bestaande kruispunt wordt opgeheven. De resterende, bestaande wegverharding die haar functie verliest kan onthard worden. Ook de bestaande Retieseweg (N118) in het oosten zal een wijziging kennen, met name de realisatie van een nieuw kruispunt met de regionale ontsluiting. De plancontour laat voldoende ruimte in de voorziening van een conflictvrije verkeerslichtenregeling ter hoogte van de kruispunten.
Binnen de plancontour is ook ruimte voorzien ter implementatie van milderende maatregelen die vanuit de ontwerp plan-MER worden naar voor geschoven. Dit gaat bv. over geluids- en groenbuffers langsheen de omliggende woningen, Villa Zonneschijn, het compenseren van ruimte voor water, maar ook over twee ongelijkvloerse fietspassages. Ter hoogte van Schransdijk is deze ongelijkvloerse passage ook voorzien voor landbouwverkeer. Bovendien laat de plancontour ook ruimte voor een connectie tussen de Schransdijk en de Meulemakershoef, parallel met de regionale ontsluiting, voor landbouw- en traag verkeer.
Toetsing van het plan aan de juridische bepalingen
De planopties van het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
De inhoud van het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ is in overeenstemming met het richtinggevend en het bindend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen.
Het PRUP kadert in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen.
Het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ vertrekt vanuit de strategische lange termijnvisie van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
In de richtinggevende en bindende bepalingen van het RSPA werd de Retieseweg (N118) geduid als secundaire weg type II met een nader vast te leggen connectie ter hoogte van Geel waarbij de verbinding tussen de N118 met de ring rond Geel (N19g - R14 - N71) wordt gemaakt.
Waterparagraaf
Volgens het decreet van 18 juli 2003 (en latere wijzigingen) betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 in een Waterwetboek, meer bepaald volgens artikel 1.3.1.1. dient het plan onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere wijzigingen) stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets.
Het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van het vermelde decreet.
In het ontwerp plan-MER is de impact van het planvoornemen op het watersysteem onderzocht.
De voornaamste impact van een nieuwe weg op de grondwaterkwantiteit is de bijkomende verharde oppervlakte. T.h.v. de wegverharding zal hemelwater niet meer kunnen infiltreren. Aangezien de nieuwe weg zo goed als volledig gelegen is in infiltratiegevoelig gebied, kan de bijkomende verharding een belangrijke impact hebben op de grondwatervoeding. Anderzijds betekent dit ook dat t.h.v. de weg infiltratievoorzieningen kunnen aangelegd worden om deze impact te beperken. Er worden daarom open baangrachten langs beide zijden van de weg voorzien. Om niet drainerend te werken, dient het bodempeil van de grachten zich boven het grondwaterpeil te bevinden. Gezien de infiltratiegevoeligheid van de bodem (zandige bodems) kunnen de grachten zodanig ontworpen worden dat er maximaal geïnfiltreerd wordt en het bergingsvolume voldoende groot is. Het effect op de grondwaterstromingspatronen en grondwaterpeilen kan op die manier gemilderd worden. Dit wordt in de stedenbouwkundige voorschriften verankerd.
Om verontreiniging van bodem, grond- en oppervlaktewater door run-offwater van de weg te verwijderen worden enkele maatregelen voor uitwerking op projectniveau voorgesteld.
Het plangebied overlapt geen fluviaal overstromingsgebied, noch overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstromingen. Het plangebied overlapt wel met pluviaal overstromingsgevoelig gebied, wat als een aanzienlijk negatief effect kan worden beschouwd. Indien de inname van het overstromingsgebied onvermijdelijk is in functie van de aanleg, het functioneren, het onderhouden en de aanpassing van de weginfrastructuur, dan dient het ingenomen overstromingsgebied gecompenseerd te worden zowel naar ingenomen volume als naar oppervlakte toe. Er dient een connectie tussen de doorbroken overstromingsgevoelige zones gevrijwaard te blijven indien noodzakelijk om opstuwing aan één zijde te vermijden. Overige ophogingen en verhardingen in het aanwezige pluviaal overstromingsgevoelig gebied, bv. in de bufferstrook, zijn niet toegelaten. Dit wordt in de stedenbouwkundige voorschriften verankerd.
Het plangebied overlapt met of grenst aan de Ossemeirloop (2de cat.), de Helzenloop (2de cat.), en enkele niet gecategoriseerde waterlopen: de Holvense Heideloop, de vertakking Holvense Heideloop, en een naamloze waterloop. De kruising van de toekomstige weg met een waterloop gebeurt d.m.v. een inbuizing van de waterloop volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw (waar mogelijk), en waarbij de volledige doorvoercapaciteit behouden blijft. Op de Holvense Heideloop komen enkele RWA-assen toe. Het is van groot belang deze gracht integraal te behouden. Dit wordt in de stedenbouwkundige voorschriften verankerd. De waterlopen hebben een zwakke structuur omdat het gaat over rechtgetrokken perceelsgrachten. Het effect van de inbuizing op de structuurkwaliteit is om die reden beperkt.
Ten noorden van de bestaande westelijke aftakking van de R14 is een plas gelegen die dienst doet als bufferbekken, onder meer als opvang van afstromend hemelwater van de bestaande rijweg. Het plangebied overlapt met deze waterplas. De aanleg van de weg zal zorgen voor een gedeeltelijke of gehele demping ervan. De waterbuffering dient binnen het plangebied gecompenseerd te worden waarbij de compensatie minstens datzelfde afstromend water van de rijweg kan bergen. Dit wordt in de stedenbouwkundige voorschriften verankerd.
Rekening houdend met de milderende maatregelen, gebaseerd op de analyse en effectbesprekingen in de ontwerp plan-MER, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 11 Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.
SDG-subdoelstelling 11.3 Tegen 2030 inclusieve en duurzame stadsontwikkeling en capaciteit opbouwen voor participatieve, geïntegreerde en duurzame planning en beheer van menselijke nederzettingen in alle landen.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
BESLUIT:
Enig artikel:
Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Regionale ontsluiting Geel bis’ te Geel wordt voorlopig vastgesteld.
Bijlagen:
- Ontwerp-PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’, incl. ontwerp-plan-MER.
- Provincieraadsbesluit dd. 22 juni 2023 van voorlopige vaststelling ontwerp-PRUP ‘Regionale ontsluiting Geel bis’.
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 27
totaal aantal tegenstanders: 5
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 2
Met als gevolg: Goedgekeurd met 27 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 2 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Goedgekeurd met 27 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/3 | Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek Maria Boodschap. Rekening 2022. Advies. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Krachtens art. 55, §2 juncto art. 229 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om advies te geven inzake de jaarrekening.
Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de provinciegouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de provincieoverheid, wordt de provincieraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Luidens art. 55, §1 juncto art. 229 stelt de kerkfabriekraad jaarlijks de rekening van de orthodoxe kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 mei in bij de provincieoverheid.
In vergadering van 24 oktober 2023 heeft de Grieks-orthodoxe kerkfabriekraad van Maria Boodschap te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2022 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 27 oktober 2023 ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen.
Uit de uitgevoerde inhoudelijke en rekenkundige controle blijkt dat:
| Budget 2022 | Rekening 2022 |
Exploitatie ontvangsten | 13.500,00 EUR | 125,00 EUR |
Exploitatie uitgaven | 29.990,00 EUR | 15.681,81 EUR |
Er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
De rekening kan als volgt worden samengevat:
Soort | IN/UIT | 2022 |
Exploitatie | Ontvangsten | 125,00 EUR |
| Uitgaven | 15.681,81 EUR |
| Voor financiering | - 15.556,81 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | - 15.556,81 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | - 15.556,81 EUR |
| Gecorrigeerd overschot | 9,64 EUR |
| Exploitatie voor toelage | - 15.547,17 EUR |
| Exploitatie Toelage | 16.776,89 EUR |
| Saldo | 1.229,72 EUR |
Het batig saldo voor de exploitatie (ten bedrage van 1.229,72 EUR) dient ingeboekt te worden in het budget 2024.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
|
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.
De rekening 2022 werd niet tijdig, i.e. voor 1 mei 2023 ingestuurd. Hierop staan echter geen strafbepalingen.
Deze rekening bevat alle noodzakelijke stukken (voor zover van toepassing) zoals voorzien in art. 42 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het financiële gedeelte van de rekening, inclusief de staat van het vermogen, werd opgemaakt volgens het model van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van art. 46 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
BESLUIT:
Enig artikel:
De rekening over het dienstjaar 2022 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen wordt gunstig geadviseerd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen.
De Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap wordt wel aangemaand om naar de toekomst toe zelf de nodige inkomsten te voorzien om een subsidie-onafhankelijkheid van minstens 40% te halen, i.e. dat minstens 40% van de som van de exploitatie-uitgaven (inclusief evt. overboekingen naar investeringen) én investeringsuitgaven via eigen middelen dient voorzien te worden.
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 27
totaal aantal tegenstanders: 0
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 7
Met als gevolg: Goedgekeurd met 27 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Geen
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Goedgekeurd met 22 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/4 | Erediensten. Antwerpen. Islamitische gemeenschap Innerlijke Vrede. Budget 2024. Akteneming. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Krachtens art. 48 juncto art. 272 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, neemt de provincieraad akte van het budget als het past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Krachtens art. 49 juncto art. 272 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om zich uit te spreken over de goedkeuring van het budget indien dit niet past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Luidens art. 47 juncto art. 272 worden de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober bij de provincieoverheid ingediend (…). De provincieraad spreekt zich over het budget uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de provincieoverheid (…).
Luidens art. 46 juncto art. 272 stelt het comité jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de islamitische gemeenschap voor het volgende boekjaar vast. Het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget.
Luidens artikel 50 juncto artikel 272 worden de budgetwijzigingen na het advies van het erkend representatief orgaan voor 15 september van het lopende jaar gecoördineerd bij de provincieoverheid ingediend. De artikel 48 en 49 zijn dan van overeenkomstige toepassing.
In vergadering van 20 februari 2020 heeft uw raad het meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 24.089,00 EUR voor het jaar 2024.
Het comité van de Islamitische gemeenschap Innerlijke Vrede heeft het budget 2024 opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 24 september 2023.
Uw raad gaf een gunstig advies over de rekening 2022 in vergadering van 28 september 2023, met een batig saldo voor de exploitatie ten bedrage van 1.634,87 EUR; dit bedrag is correct ingeboekt in het budget 2024.
Het budget 2024 kan als volgt worden samengevat:
Exploitatie | Ontvangsten | 16.892,00 EUR |
| Uitgaven | 41.692,45 EUR |
| Voor financiering | -24.800,45 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | -24.800,45 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -24.800,45 EUR |
| Gecor. Expl. Rek. n-2 | 1.634,87 EUR |
| Gecor. Expl. Budget n-1 | 923,42 EUR |
| Voor toelage | -24.089,00 EUR |
| Gewone toelage | 24.089,00 EUR |
| Achterstal. toelage | 0,00 EUR |
| Saldo | 0,00 EUR |
|
|
|
Toelage |
| 24.089,00 EUR |
Er zijn in 2024 geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven.
Het budget 2024 vergeleken met het meerjarenplan 2020-2025 voor wat betreft de voorziene subsidie voor 2024:
Voorziene subsidie in het meerjarenplan | 24.089,00 EUR |
Gevraagde provinciale subsidie budget 2024 | 24.089,00 EUR |
Verschil | 0,00 EUR |
Het ingediende budget valt aldus binnen het goedgekeurde meerjarenplan. De provincieraad dient derhalve akte te nemen van het ingediende budget 2024.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
. |
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status
Het budget 2024 werd ontvangen op 30 september 2023.
Luidens de artt. 47 en 50, eerste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zijn de budgetten en de wijzigingen onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan, in casu de Moslimraad.
Dit advies werd verstrekt op 23 oktober 2023 en ontvangen door de provincieoverheid op 8 november 2023.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
BBC: Actieplan: Interne werking DREM - Actie: SREM Erediensten.
Een budget ten belope van 24.089,00 EUR ten voordele van de Islamitische gemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen werd reeds voorzien in het provinciale meerjarenplan 2020-2025 op boekhoudsleutel 2024/64902000/0790 - Niet-nominatieve subsidies/Erediensten (Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)), ramingsnummer MJP001467, van het budget 2024.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt akte van het budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen met een provinciesubsidie van 24.089,00 EUR voor het tekort op het exploitatiebudget 2024, zonder formulering van boekhoudkundig-technische of andere opmerkingen ter zake.
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 22
totaal aantal tegenstanders: 5
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 7
Met als gevolg: Goedgekeurd met 22 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Koen
Dillen
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Jan
Claessen
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Catherine
François
,
Bruno
Valkeniers
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Goedgekeurd met 22 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/5 | Erediensten. Mol. Islamitische gemeenschap Ensar. Budget 2024. Akteneming. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Krachtens art. 48 juncto art. 272 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, neemt de provincieraad akte van het budget als het past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Krachtens art. 49 juncto art. 272 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om zich uit te spreken over de goedkeuring van het budget indien dit niet past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Luidens art. 47 juncto art. 272 worden de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober bij de provincieoverheid ingediend (…). De provincieraad spreekt zich over het budget uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de provincieoverheid (…).
Luidens art. 46 juncto art. 272 stelt het comité jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de islamitische gemeenschap voor het volgende boekjaar vast. Het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget.
Luidens artikel 50 juncto artikel 272 worden de budgetwijzigingen na het advies van het erkend representatief orgaan voor 15 september van het lopende jaar gecoördineerd bij de provincieoverheid ingediend. De artikel 48 en 49 zijn dan van overeenkomstige toepassing.
In vergadering van 20 februari 2020 heeft uw raad het meerjarenplan 2020-2025 van de Islamitische gemeenschap Ensar te Mol goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 22.561,00 EUR voor het jaar 2024.
Het comité van de Islamitische gemeenschap Ensar heeft het budget 2024 opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 25 september 2023.
Uw raad gaf een gunstig advies over de rekening 2022 in vergadering van 28 september 2023, met een batig saldo voor de exploitatie ten bedrage van 490,03 EUR; dit bedrag is correct ingeboekt in het budget 2024.
Het budget 2024 kan als volgt worden samengevat:
Exploitatie | Ontvangsten | 15.041,00 EUR |
| Uitgaven | 35.559,68 EUR |
| Voor financiering | -20.518,68 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | -20.518,68 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -20.518,68 EUR |
| Gecor. Expl. Rek. n-2 | 490,03 EUR |
| Gecor. Expl. Budget n-1 | 2.532,35 EUR |
| Voor toelage | -22.561,00 EUR |
| Gewone toelage | 22.561,00 EUR |
| Achterstal. toelage | 0,00 EUR |
| Saldo | 0,00 EUR |
|
|
|
Toelage |
| 22.561,00 EUR |
Er zijn in 2024 geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven.
Het budget 2024 vergeleken met het meerjarenplan 2020-2025 voor wat betreft de voorziene subsidie voor 2024:
Voorziene subsidie in het meerjarenplan | 22.561,00 EUR |
Gevraagde provinciale subsidie budget 2024 | 22.561,00 EUR |
Verschil | 0,00 EUR |
Het ingediende budget valt aldus binnen het goedgekeurde meerjarenplan. De provincieraad dient derhalve akte te nemen van het ingediende budget 2024.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG: 10
|
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.
Het budget 2024 werd ontvangen op 26 september 2023.
Luidens de artt. 47 en 50, eerste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zijn de budgetten en de wijzigingen onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan, in casu de Moslimraad.
Dit advies werd verstrekt op 18 oktober 2023 en ontvangen door de provincieoverheid op 8 november 2023.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
BBC: Actieplan: Interne werking DREM - Actie: SREM Erediensten.
Een budget ten belope van 22.561,00 EUR ten voordele van de Islamitische gemeenschap Ensar te Mol werd reeds voorzien in het provinciale meerjarenplan 2020-2025 op boekhoudsleutel 2024/64902000/0790 - Niet-nominatieve subsidies/Erediensten (Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)), ramingsnummer MJP001467, van het budget 2024.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt akte van het budget 2024 van de Islamitische gemeenschap Ensar te Mol met een provinciesubsidie van 22.561,00 EUR voor het tekort op het exploitatiebudget 2024, zonder formulering van boekhoudkundig-technische of andere opmerkingen ter zake.
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 22
totaal aantal tegenstanders: 5
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 7
Met als gevolg: Goedgekeurd met 22 stemmen ja, bij 5 stemmen nee en bij 7 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Koen
Dillen
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Jan
Claessen
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Catherine
François
,
Bruno
Valkeniers
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Ilse
Van Dienderen
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
Openbare behandeling van agendapunt
Aanwezigen bij agendapunt
Goedgekeurd met 29 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 5 onthoudingen
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2023 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/6 | Mondiaal Beleid. Verdeelkrediet - budget 2024. Geraamde aanwending. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 13 december 2023
Artikel 43 van het provinciedecreet van 9 december 2005 bepaalt de bevoegdheid
van de provincieraad.
De volgende wetgeving is relevant:
In het door de provincieraad op 1 december 2023 goedgekeurde meerjarenplan 2020-2025 van de provincie is voor 2024 een krediet van 1.175.000 EUR uitgetrokken voor “subsidies mondiaal beleid”. Dit krediet omvat alle subsidies met betrekking tot het Mondiaal Beleid.
De provincieraad wordt gevraagd om in te stemmen met volgende subsidies m.b.t. mondiaal beleid:
1. een subsidie voor het 4de-Pijlersteunpunt van 11.11.11
Het grootste deel van deze subsidie gaat naar de ondersteuning van projecten van 4de Pijlers met zetel of werking in de provincie Antwerpen. Het resterende bedrag wordt gebruikt voor een kwaliteitsvolle beoordeling en begeleiding van deze 4de Pijlers.
Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen de provincie Antwerpen en het 4de-Pijlersteunpunt, voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
2. een subsidie voor het regioproject in Guatemala
Er wordt een subsidie voorzien voor het provinciaal regioproject in Guatemala, uitgevoerd door de coöperatieve El Recuerdo (conform de samenwerkingsovereenkomst die op 25 januari 2018 in de provincieraad werd goedgekeurd).
Het regioproject wil de maatschappelijke positie en rechten van kansengroepen versterken (lokale bevolking, vrouwen en jongeren). Ook wordt ingezet op milieu, klimaat en op duurzame regionale ontwikkeling vanuit culturele diversiteit. Tot slot stimuleert het regioproject bestuurskrachtversterking, El Recuerdo engageert zich immers voor de eigen organisatieversterking en deze van haar partnerorganisaties.
3. een subsidie voor het Belgisch Comité voor UNICEF
De provincie Antwerpen subsidieert het UNICEF-project ‘Klaslokalen bouwen uit gerecycleerd plastic’ in Ivoorkust.
Het Belgisch Comité voor UNICEF (hierna genoemd UNICEF) en Conceptos Plasticos, een sociale onderneming uit Colombia, bouwden in Abidjan een fabriek die werkgelegenheid, een ziekteverzekering en kennisdeling biedt aan vrouwen die in armoede leven.
Zij verzamelen en verwerken plastic afval dat wordt gerecycleerd tot bouwstenen. De eenvoudig te monteren, duurzame en goedkope bouwstenen zullen vervolgens worden gebruikt voor de bouw van klaslokalen. Telkens in regio's die kampen met zowel een tekort aan scholen als met een afvalproblematiek.
Naast de constructie van de scholen -en dus het voorzien van infrastructuur- wordt eveneens ingezet op kwalitatief onderwijs.
Aan de realisatie van deze klaslokalen wordt ook een ‘groen schoolconcept’ gelinkt, met aandacht voor het gebruik van zonnepanelen, de aanplanting van tuinen en bomen en een sensibilisatieprogramma voor groenere & kindvriendelijke gemeenschappen. Daarenboven wordt er aandacht besteed aan zuiver water en hygiëne: de klassen worden voorzien van een waterput en aparte toiletten voor jongens en meisjes. Dit moet, in combinatie met de vermindering van afval, resulteren in een afname van ziekten zoals Covid, malaria, diarree en longontsteking.
Tot slot hebben opleidingen rond opvoeding, gendergelijkheid en milieubewustzijn voor moeders, leerkrachten en andere relevante actoren een vaste plek in dit project.
Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen de provincie Antwerpen en UNICEF, voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
4. een subsidie voor de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA)
De provincie Antwerpen subsidieert het KMDA-project ‘Het behoud van bonobo’s en overige diersoorten in het natuurreservaat van Lomako-Yokokala, via bosbescherming en begeleiding van de lokale gemeenschap’, in Democratische Republiek Congo.
Er wordt ingezet op het behouden en stimuleren van de biodiversiteit in het natuurreservaat Lomako-Yokokala in DR Congo, met bijzondere focus op de bonobopopulatie. Daarnaast wordt gezorgd voor de bescherming van 100.000 ha bos in 2022 en vanaf 2023 362.500 ha bos in dit natuurreservaat.
Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen de provincie Antwerpen en KMDA, voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.
5. een subsidie voor BOS+ tropen
De provincie Antwerpen subsidieert het BOS+ project ‘Behoud en herstel van Amazonewoud in Peru in het kader van co-beheer van natuurreservaten door inheemse gemeenschappen’.
Dit project zet in op de compensatie van jaarlijks 4000 ton CO2 (via het herstel van jaarlijks 12 ha aan bos) en de verankering van de bescherming van 60.000 ha bos.
Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen de provincie Antwerpen en BOS+ tropen, voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.
6. een subsidie voor het prijzengeld van de Prijs voor Mondiaal Onderzoek
Jaarlijks organiseert de provincie Antwerpen de Prijs voor Mondiaal Onderzoek.
Wedstrijdvoorwaarden:
Via deze prijs wil het provinciebestuur onderzoek m.b.t. mondiale thema’s stimuleren. Hierbij wordt steeds gefocust op verschillende aspecten zoals economie, politiek, cultuur, milieu, gezondheid, geneeskunde en sociale verhoudingen.
Elke betrokken onderwijsinstelling staat zelf in voor de keuze van de eigen winnende student(en) en bijhorende afstudeerprojecten.
De namen van deze studenten en de titels van hun afstudeerprojecten worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de deputatie van de provincie Antwerpen.
Deelnemende onderwijsinstellingen en inhoud prijs:
4 studenten van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, 3 studenten van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (Universiteit Antwerpen) en telkens 1 student van Universiteit Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool, AP Hogeschool en Thomas More Hogeschool ontvangen voor hun winnende afstudeerproject, naast een oorkonde en medaille, een bedrag.
Dit bedrag, het prijzengeld, bedraagt 1000 EUR per afstudeerproject. Als meerdere studenten hebben samengewerkt aan één winnend afstudeerproject, wordt de 1000 EUR aan prijzengeld onder deze betrokken studenten gelijkwaardig verdeeld.
SDG 1 Geen armoede
SDG-subdoelstelling 1.1 Tegen 2030 extreme armoede uitroeien voor alle mensen wereldwijd, die met minder dan $ 1,25 per dag moeten rondkomen.
SDG 10 Ongelijkheid verminderen
SDG-subdoelstelling 10.b Officiële ontwikkelingsbijstand en financiële stromen aanmoedigen, met inbegrip van directe buitenlandse investeringen, voor staten waar de behoefte het grootst is, in het bijzonder in de minst ontwikkelde landen, de Afrikaanse landen, de kleine eilandstaten in ontwikkeling en de door land ingesloten ontwikkelingslanden, in overeenstemming met hun nationale plannen en programma's.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA/GNI) en 0,15% tot 0,20% ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen; ODA-donoren worden aangemoedigd om voor zichzelf een doelstelling te bepalen om minstens 0,2% van de ODA te besteden aan de minst ontwikkelde landen
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 16 november 2023.
De provincieraad wordt gevraagd om in te stemmen met volgende geraamde aanwending van de kredieten:
BESLUIT:
Enig artikel:
Er wordt ingestemd met volgende geraamde aanwending van het verdeelkrediet Mondiaal Beleid 2024:
De raad stemde openbaar
Totaal aantal voorstanders: 29
totaal aantal tegenstanders: 0
totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 5
Met als gevolg: Goedgekeurd met 29 stemmen ja, bij 0 stemmen nee en bij 5 onthoudingen
Effectieve stemmers
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Jan
Claessen
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Koen
Dillen
,
Catherine
François
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Bruno
Valkeniers
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Voorstanders
Koen
Anciaux
,
Ann
Bakelants
,
Nicole
Boonen
,
Ludwig
Caluwé
,
Mireille
Colson
,
Christ'l
Cottenie
,
Nathalie
Cuylaerts
,
Jan
De Haes
,
Koen
Dillen
,
Kris
Geysen
,
Seppe
Gys
,
Kathleen
Helsen
,
Ilse
Jacques
,
Linda
Lauwers
,
Luk
Lemmens
,
Koen
Palinckx
,
Louis
Schoofs
,
Rudolf
Sohier
,
Lili
Stevens
,
Fauzaya
Talhaoui
,
Ilse
Van Dienderen
,
Marleen
Van Hauteghem
,
Brend
Van Ransbeeck
,
Diederik
Vandendriessche
,
Inga
Verhaert
,
Eddy
Verhaeven
,
Hilde
Vermeiren
,
Isabelle
Vrancken
,
Wendy
Weckhuysen
Tegenstanders
Geen
Onthoudingen, blanco of ongeldig
Jan
Claessen
,
Erik
De Quick
,
Stefan
De Winter
,
Catherine
François
,
Bruno
Valkeniers
Het agendapunt is afgevoerd