Provincie Antwerpen onderzoekt welke dieren de ecostrook gebruiken
De provincie Antwerpen is volop bezig met de uitrol van een volwaardig wetenschappelijk monitoringsprogramma van de ecostrook op de Hoogmolenbrug. De ecostrook tussen Schoten en Deurne/Wijnegem is een project van Groen Kruis en is de belangrijkste verbinding in de stedelijke rand rond Antwerpen waarlangs dieren veilig het Albertkanaal kunnen oversteken. De ecostrook is bijzonder omdat ze met een breedte van 2,65m behoorlijk smal is, in sterk verstedelijkt gebied ligt én het brugdek deelt met rijstroken voor auto’s en fietsers. Ondanks de uitdagingen spotten onze provinciale wildcamera’s onlangs een ree, een vos en een marter in de afgeschermde ecozone naar de brug. Om na te gaan welke dieren wel degelijk gebruik maken van de ecostrook, installeert de provincie Antwerpen verschillende monitoringsmethodes.
Met het monitoringsprogramma willen we nagaan hoe goed de ecostrook werkt. We kijken welke soorten in de omgeving en in de aanloopzones voorkomen en of de dieren effectief via de ecostrook het kanaal oversteken. Wanneer zou blijken dat bepaalde dieren die in de buurt zitten de ecostrook niet gebruiken, kunnen we kleine aanpassingen uitvoeren. Op die manier leren we voortdurend bij en kunnen we die kennis later ook gaan gebruiken bij andere ecoverbindingen op plaatsen waar geen ruimte is voor een volwaardig ecoduct van minimaal 40 à 50 meter breed.
Zo legden we in het midden van de ecostrook van de Hoogmolenbrug een sporenzandbed aan. Dieren die daar overheen lopen, laten in het zandmengsel sporen achter die onderzoekers nadien kunnen bestuderen.
Bouwmaterialenbedrijf Van Pelt levert het zandmengsel voor het sporenzandbed. Het bedrijf ligt net op de zuidelijke oever van de brug. “Het voelt heel bijzonder dat de ecostrook zo vlakbij loopt”, zegt zaakvoerder David Van Pelt. “Het was even afwachten of dieren ook echt de weg er naartoe zouden vinden. Toen ik een paar weken geleden vernam dat er een ree en een vos waren gespot, was dat een fijne verrassing. Met het bedrijf steunen we dan ook graag het monitoringsprogramma van de provincie."
Fotostruikrovers met pindakaas
Van Pelt voorziet niet alleen het speciale zandmengsel voor het sporenbed, ze leveren ook de reptielenplaten aan. Dat zijn eigenlijk afgedankte transportbanden uit het bedrijf, die ze versnijden tot platen waar reptielen en andere dieren graag onder schuilen.
De provincie zet daarnaast speciale vleermuisdetectoren in. Die kunnen op basis van het specifieke geluidssignaal van de vleermuis ontdekken over welke soort het precies gaat. Ook andere monitoringsmethodes zoals inktbedden zitten mogelijk nog in de pijplijn.
Daarnaast lopen de studenten en vrijwilligers regelmatig langs om de dieren onder de reptielenplaten te identificeren en te tellen, en noteren ze welke planten, insecten, vogels en andere dieren ze in de zone aantreffen.
Op beide oevers is de aanloop naar de Hoogmolenbrug aangelegd met groen en water. Onder de op- en afritten van de brug lopen ecotunnels, zodat dieren daar niet over het wegdek heen moeten. De toegangszone tot de ecostrook zelf is afgeschermd met een omheining, waarin speciale doorgangen zijn gemaakt voor de grotere diersoorten. Zo is er een dassenpoort en een toegang voor reeën.
Om alle monitoringssystemen actief op te volgen, krijgt de provincie Antwerpen hulp van studenten biologie van de Universiteit Antwerpen, vrijwilligers van Natuurpunt en GruunRant alsook de coördinatoren van het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering.
Zo volgt biologiestudente Joke Boogaerts mee de fotomonitoring op: “We installeren nu enkele zogenaamde ‘struikrovers’. Dat zijn een soort camouflagebuizen waar achterin een wildcamera is bevestigd. Aan de binnenzijde smeren we wat pindakaas. Dieren die daar in de buurt rondscharrelen, vangen die geur op en komen nieuwsgierig kijken. Op dat moment neemt de camera een foto. Vooral voor marterachtigen is dat een heel geschikte identificatiemethode.”
Een eigen monitoringsprogramma
Voor het monitoren van dit type kleinere ecoverbindingen bestaat momenteel nog geen standaard werkmethode. De provincie Antwerpen werkte daarom zelf een methode uit, gebaseerd op de monitoringsprogramma’s van grote ecoducten. Voor de verschillende groepen diersoorten vergeleken we bestaande methodes en probeerden we in te schatten of ze op de kleinere schaal van de ecostrook zouden werken. We willen ten slotte met het monitoringsprogramma ook leren hoe we tot een goed evenwicht kunnen komen tussen het onderhoud van de ecostrook op de Hoogmolenbrug enerzijds, en de goede werking als ecoverbinding anderzijds. We hopen zo uiteindelijk tot een standaardwerkwijze te komen voor deze kleinere verbindingen, die we onder andere met het Vlaamse niveau kunnen delen.
Groen Kruis is een samenwerkingsverband tussen onderstaande partners.
De Hoogmolenbrug en de ecostrook zijn aangelegd door De Vlaamse Waterweg.