Uitbreiding heide

Twee kleine heideperceeltjes worden met elkaar verbonden, waardoor een heideterrein van ongeveer drie hectaren zal ontstaan. Het tussenliggende bos heeft een minder hoge natuurwaarde en wordt gekapt.
We streven naar vochtige heide, met een hoog aandeel van dopheide. Ook andere zeldzame soorten zoals kleine zonnedauw en klokjesgentiaan zullen zich hierdoor kunnen uitbreiden. Typische fauna die meer kansen zal krijgen is bijvoorbeeld de levendbarende hagedis, de boompieper en bepaalde vlindersoorten.
Zowel droge heide (met struikheide) als vochtige heide zijn op Europese schaal zeldzame habitats (natuurlijke woongebieden van een organisme). Zij genieten bijzondere bescherming in het kader van de Europese Habitatrichtlijn.
De heide zal verder ontwikkeld en in stand gehouden worden door periodieke begrazing met Kempense heideschapen.

Voor deze werken is een Projectsubsidie Natuur voorzien door het Agentschap voor Natuur en Bos (PSN-22-002823-ANT) en een subsidie in het kader van Water+Land+Schap.

Aanleg drie poelen voor de voortplanting van amfibieën

In de loop van augustus-september 2024 worden, in samenwerking met het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, drie poelen aangelegd op de ooievaarsweide. Deze poelen hebben een meerwaarde voor de voortplanting van amfibieën zoals groene en bruine kikker, kleine watersalamander, alpenwatersalamander en de gewone pad. Ook libellen en waterjuffers zullen hiervan zeker gebruik maken. 

De poelen worden gegraven op de lager gelegen stukken in het hooiland, die nu reeds drassig zijn. Bij het graven van een poel blijft heel wat grond over. Met een deel van de grond zal de tussenliggende gracht gedempt worden en een nieuwe toegangsweg aangelegd om zo het maaibeheer in de toekomst te vergemakkelijken. De rest van de zand zal gebruikt worden om aan de noordkant van de drie poelen een heuveltje aan te leggen.

De toplaag zal bestaan uit voedselarm zand waardoor deze heuveltjes heel interessant zijn voor verschillende insecten zoals voor de voortplanting van solitaire zandbijen. De heuveltjes zullen gedeeltelijk aangeplant worden met struiken zoals meidoorn en sleedoorn zodat voor trekkende amfibieën beschutting ontstaat tegen predatoren.

Door de relatief geringe diepte van de poelen zullen deze af en toe volledig droogvallen. Hierdoor zullen de poelen visvrij blijven, dit is belangrijk omdat vissen eitjes en larven van de amfibieën opeten. Voor amfibieën hoeft de poel niet jaarrond gevuld te zijn, de volwassen diertjes verlaten de poel reeds in het begin van de zomer en keren pas terug op het einde van de volgende winter.

Voor deze werken is een subsidie voorzien in het kader van Water+Land+Schap. Deze Water+Land+Schap 2.0 initiatieven maken deel uit van het Programma Water+Land+Schap van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), onderdeel van de Blue Deal. We pakken met dit programma wateroverlast en droogte aan met een goed werkend watersysteem, een aantrekkelijk landschap en klimaatrobuuste landbouw als bouwstenen.