Projecten voeding
Lopende projecten
JongLeven
Hooibeekhoeve voert een melkregimeproef uit waarin een groep kalveren die de eerste 3 levensweken ad libitum melk krijgt, vergeleken wordt met een controlegroep die beperkt melk krijgt. De opname, groei en gezondheidsgegevens van deze kalveren wordt nauwgezet opgevolgd.
Het doel van dit project is de jongvee-opfok op de Vlaamse melkveebedrijven te verbeteren en economisch efficiënter te laten verlopen. Samen willen we ervoor zorgen dat meer Vlaamse melkveehouders actief de opfok van hun vaarzen zullen monitoren (via meten/wegen) en meer vaarzen zullen afkalven op de optimale leeftijd van 24 maand. Zo zullen deze vaarzen een gezonder en langer leven tegemoet gaan en een groter levensproductie realiseren. We willen dit bereiken door:
- Opstellen van het ideale groeitraject en aanwijzen van kritische controlepunten tijdens de opfok van melkveevaarzen in Vlaanderen.
- Via dierproeven vastleggen van aangepaste opfokstrategieën voor optimale pensontwikkeling, penswerking en voederefficiëntie die vervolgens toegepast kunnen worden op andere bedrijven tijdens het project.
- Standard Operation Procedures (SOPs) voor een gezondere ontwikkeling van kalveren opstellen en implementeren op Vlaamse bedrijven tijdens de jongvee-opfok.
- Opstellen van een praktische gids over de voederopname, energie-, eiwit-, mineralen- en vitaminebehoefte van melkveevaarzen tijdens de opfok.
- Kennisverspreiding en kennistoepassing via Kenniscentrum JongLeven: website, online tools, publicaties, studiedagen, workshops, discussiegroepen, advies & doorverwijzing naar andere actoren.
Dit project wordt gesubsidieerd door VLAIO en verloopt in samenwerking met Hooibeekhoeve, Inagro en ILVO.
Veldbonen, van veld tot voer
Binnen rundveevoeding zijn geconcentreerde eiwitbronnen noodzakelijk om rantsoenen in balans te brengen. In Vlaanderen zijn we hiervoor vooral afhankelijk van de import van overzeese soja. De toepassing van lokaal geteelde eiwithoudende gewassen is wel mogelijk, maar tot op heden nog onvoldoende gekend. Onder andere veldbonen kunnen hier een oplossing bieden: ze kunnen zeer hoge eiwitopbrengsten halen en gedijen goed onder de Vlaamse klimaatomstandigheden.
Dit project wil de Vlaamse zelfvoorzieningsgraad aan eiwithoudende producten in de (melk)veehouderij verhogen door vraag en aanbod rond de lokale teelt van veldbonen beter op elkaar af te stemmen. Door het aanpakken van knelpunten, meer duidelijkheid te scheppen rond de rendabiliteit, aanbieders en afnemers met elkaar in contact te brengen en ook ketenpartners te betrekken, willen we de regionale uitbouw van de veldbonenteelt stimuleren.
Pensvoer
Valorisatie van gehele plantsilage van granen, al dan niet gemengd met vlinderbloemigen, op het melkveebedrijf met specifieke aandacht voor pensgezondheid
Een dalende bodemkwaliteit en -veerkracht zorgt voor een verminderde opbrengst en kwaliteit van ruwvoer op melkveebedrijven, zeker in een wijzigend klimaat. Een hogere teeltdiversificatie, bijvoorbeeld door granen en vlinderbloemigen in te brengen in de gewasrotatie, kan de opbrengststabiliteit en de duurzaamheid verhogen.
Door gebrek aan structuur in het rantsoen is de kans op pensverzuring reëel bij hoogproductief melkvee. Goed verteerbare ruwvoeders, grote hoeveelheden krachtvoer en krachtvoerachtige bijproducten, zorgen ervoor dat op veel bedrijven de structuurwaarde van de rantsoenen onvoldoende is om een gezonde penswerking te garanderen. Hakselgranen kunnen door hun structuureigenschappen een waardige aanvulling zijn binnen melkveerantsoenen.
In dit project willen we nagaan wat de waarde is van hakselgranen op het melkveebedrijf, al dan niet in combinatie met vlinderbloemigen. Dit met het oog op behoud van of verbetering in organische bodemkoolstof, minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest en een hogere gewasdiversiteit. Via inpassing van deze hakselgranen in het melkveerantsoen streeft het project bovendien naar een betere balans tussen hoge melkproducties en diergezondheid via het verminderen van het optreden van subklinische pensacidose.
Dit project wordt gesubsidieerd door VLAIO en verloopt in samenwerking met Hooibeekhoeve, Proefhoeve Bottelare (HOGENT/UGent), UGent, KU Leuven en ILVO.
Toepasbaarheid van vlinderbloemigen bij de invulling van vergroening met focus op rundveebedrijven met nauwe vruchtwisseling
De focus van dit project ligt op de mogelijkheden van vlinderbloemigen bij de invulling van het areaal EAG en gewasdiversificatie, en dit binnen de vereisten voor vergroening. Doorheen het project wordt de klemtoon gelegd op teeltechniek, valorisatie in het rantsoen, bedrijfseconomie en biodiversiteit. Deze klemtonen vormen de rode draad doorheen dit project. Inspelend op de actuele vragen bij de telers, gaat bijzondere aandacht uit naar teelttechnische inpasbaarheid en bedrijfseconomisch resultaat. Aanvullend wordt aandacht besteed aan de potenties op vlak van milieu en biodiversiteit. Doelgroep zijn zowel gangbare als biologische veehouders. Bij uitbreiding ook akkerbouwers of andere telers met interesse in vlinderbloemige teelten.
Dit project wordt gesubsidieerd vanuit het departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid en verloopt in samenwerking met Inagro, PIBO-campus, HOGent-UGent, ILVO en PVL.
Klimaatvriendelijke Ommekeer met Eigen voer (KOE)
Doordachte teeltkeuze en vruchtwisseling wordt aangemoedigd op een melkveebedrijf en is de basis voor meer CO2-opslag in de bodem. Het project KOE zet in op klimaatvriendelijke of klmaatrobuuste teelten: granen/veldbonen, gras-klaver, rietzwenkgras en voederbieten. Diepwortelende gewassen laten meer organische stof achter in de bodem. Tegelijkertijd heb je met vlinderbloemigen minder kunstmest nodig. Aangezien bij de productie van kunstmest CO2 gevormd wordt, is dat een bijkomend gunstig effect. Toch blijven veel melkveehouders vasthouden aan een eng teeltplan met enkel gras en maïs. Binnen dit project willen we de teelttechnische aspecten en de mogelijkheden van de teelt of het vervoederen van deze alternatieve teelten in kaart brengen. Een uniek project waarbij gewerkt wordt van veld tot stal. Hooibeekhoeve zal binnen dit project het inpassen van de voeders (namelijk geplette gerst, ingekuilde voederbieteen en grasklaver) in het rantsoen testen en demonstreren. Daarnaast zullen bij grasklaver op praktijkpercelen twee bemestingsstrategieën worden vergeleken.
- Link met voeder: binnen dit project worden ‘klimaatvriendelijke’ teelten gedemonstreerd met aandacht voor teelttechniek, kostprijs, verschillen in voederwaardeproductie, … zoals rietzwenkgras, voederbieten en combinatie van triticale enveldbonen. Drie alternatieve voeders (voederbieten, gras-klaver en tarwe) zullen ook ingepast worden in het melkveerantsoen op Hooibeekhoeve.
Dit demonstratieproject wordt gesubsidieerd vanuit PDPO en verloopt in samenwerking met LCV, HoGent-Ugent (Proefhoeve Bottelare), ILVO en Inagro.