Vlindertuin in Lille
Jo Smets (48), leraar en groencoördinator op Freinetschool De Vlindertuin in Lille.
De leerlingen van de school dragen zorg voor de speelruimte en een enthousiast team ouders voert van tijd tot tijd opfrissingswerken uit.
We duiken in de Groene Oase van De Vlindertuin door de ogen van Jo.
De Vlindertuin, een school waar de speelplaats niet eens op een speelplaats lijkt. Althans, de definitie van een speelplaats verandert mede door project Groene Oases. Hoe dan ook is er amper verharding en kunnen de kinderen zich uitleven op een immens terrein.
De Vlindertuin gebruikte als Kleine Groene Oase haar budget voornamelijk om de speelplaats een upgrade te geven. Zo’n onderhoudsbeurt is voor een grote, groene buitenruimte volgens Jo een frequente must.
Jo: “Ik heb op veel verschillende scholen gewerkt. In het buitenland, zoals in Zuid-Afrika en Mauritius, maar ik heb ook op stadsscholen gestaan of zoals nu op een kleine dorpsschool in het groen.
Ik merk dat mijn ervaringen op de kleine, groene school erg anders liggen dan op een grote stadsschool. Problemen als pesten en gsm-gebruik zijn bij ons zelden aan de orde. Op onze school is zo veel ruimte en groen, zo veel uitdaging. Onze kinderen leiden zichzelf af als een probleem zich voordoet. Dan draaien ze zich om en gaan ze elders spelen.
Met het lerarenteam zetten we ons ook geregeld eens buiten. Dat helpt voor de groepsdynamiek. Ik vind dat we af en toe ons in de arm mogen knijpen. Werken in zo’n zalige, groene omgeving is een prachtig privilege. Ook wij genieten er dus van.”
Hoe gaan jullie om met bewaking in een ruimte waar leerlingen gemakkelijk kunnen verdwalen of in hoekjes kruipen?
“Dat is loslaten, echt waar. Voor ons was dat in het begin ook moeilijk. Kinderen klauteren graag in bomen en ook wij hebben hen moeten leren dat ze niet te hoog mogen gaan. Op mijn andere scholen moest ik steeds kleine conflictjes oplossen. Op deze speelplaats is bewaking bij een conflict gewoon even een wandeling maken met het kind en vragen welk ijsje hun favoriet is. Natuurlijk is een lagere school in een klein dorp veel gemakkelijker daarin, maar de groene buitenruimte doet veel. Mensen voelen zich nu eenmaal beter in een groen gegeven, ze onthouden beter, ze kunnen hun geest verlichten in de pauze ... dat is een feit en dat merken we ook.”
Vinden al jullie leerlingen het leuk om het groen mee te onderhouden? Hoe motiveren jullie ze om toch mee te doen?
“Nee zeker niet. Laat ons zeggen dat tussen de 30 en 40 % van de leerlingen écht mee is in het verhaal. Dat worden dan later ook echt ambassadeurs. De rest moeten we motiveren. We doen dat door letterlijk heel vroeg al het zaadje te planten bij de kinderen. De allerjongsten leren we om respectvol met de natuur om te gaan, geen bloemetjes kapot te maken,... We hebben een buitenkeuken waar we groentjes van onze eigen moestuin voor de kindjes klaarmaken. Die korte keten is bij ons erg belangrijk. Zo komen ze dus echt al heel vroeg met dat gegeven in aanraking. Daarnaast krijgen ze een gevoel van ownership over het terrein, waardoor ze ook meer hun verantwoordelijkheid nemen.”
Hoe organiseren jullie het onderhoud van dat hele grote groendomein?
“Bij ons zijn de ouders erg gemotiveerd. Op de infoavond aan het begin van het schooljaar doen we steevast een oproep. We vinden het belangrijk dat iedereen onze groene visie ondersteunt. Natuurlijk gaan daar vooral mensen met groene vingers op in. Zo hebben we een tuinaanlegger en een schrijnwerker, die nemen natuurlijk ook materiaal mee ... Dat is een godsgeschenk.
Met een schoolgedragen visie kan je wonderen verrichten. We stellen ons terrein ook open voor lokale jeugd, hoewel dat soms ook al z’n nadelen kende, met hangjongeren bijvoorbeeld. Maar al bij al vergroot dat toch ook het draagvlak. We nodigen ook steeds de gemeente en eigenlijk iedereen uit om hier van het groen te komen genieten. Nog meer schouders om ons te steunen.
Ten slotte is het wel echt broodnodig om af en toe financieel ondersteund te worden. Een groene speelplaats die niet onderhouden wordt, wordt één grote slijkpoel. Dan kunnen de leerlingen en het groenteam nog zo hun best doen. Af en toe moeten versleten zaken vervangen worden, is er nieuw plantgoed nodig, nieuw zand, materiaal om alles proper te houden ... noem maar op. De centjes van de Groene Oases kwamen dus erg van pas, maar onze groene oase blijft een work in progress.”