Conceptnota

Je vindt de conceptnota's hieronder. De strategische visie ligt aan de basis van de beleidskaders en lees je dus het beste als eerste.

113 reacties op de conceptnota

Van 20 augustus tot en met 18 oktober 2019 liep de publieke raadpleging over de conceptnota's en kon iedereen er zijn mening over geven. In dezelfde periode vroegen we ook het advies van elk gemeentebestuur, het Vlaamse departement Omgeving en de Procoro (de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening).

We ontvingen in totaal 113 reacties van gemeenten, Procoro (Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening), het Vlaamse Departement Omgeving, burgers en organisaties. Meer dan twee derde van de gemeenten heeft gereageerd. Ze liggen ook geografisch goed gespreid en bestaan zowel uit kleine dorpen als grote steden. Dat burgers en organisaties niet massaal reageerden, verklaren we door de abstractheid van het thema. We spreken in het beleidsplan immers niet over individuele percelen maar wel over het ruimtegebruik op bovenlokaal niveau.

De meeste reacties volgen de principes en strategieën in het nieuwe beleidsplan ruimte. Veel mensen vonden de materie echter te abstract. Voor hen zijn de principes en strategieën te vaag om op het terrein een concreet ruimtelijk beleid te voeren. Men gaf ook aan dat de koppeling met concrete en uitvoerbare acties, vergunningen en projecten te weinig aan bod komt. Anderzijds waren er ook mensen en besturen die concrete projecten voorstelden.

Soms ontvingen we tegengestelde reacties. Zo vinden een aantal gemeenten dat we thema’s van een lokaal niveau behandelen, terwijl andere gemeenten net expliciet vragen om op provinciaal niveau die harde keuzes te maken. Sommige reacties willen grootschalige landbouwinfrastructuur de nodige ruimte geven, terwijl andere vinden dat er meer aandacht moet zijn voor de natuur. In de open ruimte staan we voor een moeilijke evenwichtsoefening in de vraag naar ruimte voor natuur, landbouw, water, tuinen, paardenweiden,…

Sommigen gaven aan dat bepaalde thema's zoals weekendverblijven of grote sporttereinen te weinig aan bod komen. We ontvingen ook interessante opmerkingen die we niet in het provinciaal ruimtelijk beleid kunnen opnemen zoals vragen om de Vlaamse wetgeving aan te passen (bv.die rond de basisrechten voor zonevreemde constructies).

We nemen ook enkele interessante vragen mee:

  • Hoe zal de provincie het beleid op het terrein uitvoeren?
  • Ruimtelijk beleid behandelt veel thema’s. Hoe gaat de provincie samenwerken met gemeenten, organisaties, vervoerregio’s, intercommunales en dergelijke?
  • Welke partners zal de provincie betrekken en welke rol neemt ze zelf op?
  • Wat betekent het nieuwe beleidsplan voor het aanvragen en toekennen van een omgevingsvergunning?
  • Krijgen de gemeenten financiële ondersteuning om de nieuwe visie op hun terrein te realiseren?

Vervolg

Wat gebeurde er met de opmerkingen en de adviezen? We hebben alles één voor één bekeken. Hieronder vind je een aantal veel voorkomende reacties en hoe we ermee zijn omgegaan:

Abstractieniveau

Het abstractieniveau van de conceptnota is erg hoog. Voor de strategische visie is dat in het voorontwerp nog steeds zo omdat deze robuust moet blijven op de lange termijn (tot 2050). De beleidskaders die zijn wel verder uitgewerkt van krachtlijnen naar ambitiedocumenten met visies, rolverdeling en acties. Speciale aandacht besteden we daarbij aan het scherpstellen van de doelen en de uit te voeren acties voor de provincie Antwerpen. We verfijnen ook de rol die de provincie opneemt. Ook in de volgende fase, het ontwerp van het beleidsplan, besteden we aandacht aan het scherpstellen, verder uitdiepen en concretiseren van de beleidskaders.

Samenwerking is belangrijk

Het blijft een hele uitdaging om ruimtelijke ordening in de praktijk te brengen en we kunnen dat niet alleen doen. Sommige opmerkingen nemen we daarom mee in onze gesprekken met andere overheden en partners. Ook binnen het provinciebestuur zetten we verder in op samenwerking en afstemming.

Diversiteit in meningen en thema's

Er kwamen heel wat opmerkingen en suggesties over de behandelende en te behandelen thema's en doelstellingen in het Beleidsplan Ruimte, in het bijzonder in de beleidskaders. We hebben bij het uitwerken van de voorontwerp-beleidskaders de keuzes van thema's en doelstellingen verder scherp gesteld. We zochten daarbij naar een evenwicht tussen:

  • thema's en doelstellingen waar we als provincie zelf op verder kunnen werken via tal van acties, bijvoorbeeld de thema's energie, detailhandel en bedrijvigheid;
  • thema's en doelstellingen waar we als provincie een belangrijke ondersteuning willen en kunnen bieden aan gemeenten en andere partners, bijvoorbeeld het thema wonen en kernversterking.

Niet alle thema's komen in onze eerste set beleidskaders aan bod. Dat kan, want een Beleidsplan Ruimte mag selectief zijn. In latere beleidskaders kunnen we nieuwe thema's behandelen. We wegen daarbij af of die thema's bovenlokaal zijn, of we ze geïntegreerd kunnen uitwerken en of ze uitvoering kunnen geven aan de strategische visie.

Evenwichtsoefening in de open ruimte

Het behouden en versterken van de open ruimte staan centraal in het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. Verweving en multifunctionaliteit blijft, net zoals overal in de provincie, één van de principes om rekening mee te houden (tussen de openruimtespelers en afhankelijk van de locatie en de context). De provincie wil haar beleid rond open ruimte geïntegreerd en sectoroverschrijdend aanpakken en vormgeven. We bereiden, naast deze eerste drie beleidskaders, een onderbouwde en toepasbare visie en beleid voor.

Enkele nuanceringen in de strategische visie

We nuanceerden op verschillende plaatsen de inhoud van de strategische visie maar behouden de ambities van de vier principes en zeven strategieën. Zij blijven centraal staan in de strategische visie en we koppelen ze duidelijker aan de beleidskaders. Omdat er verwarring was over de cultuurlandschapskaart, verdween deze uit de strategische visie. Die kaart is een basis om het Beleidsplan Ruimte mee vorm te geven; daarom vind je ze nu terug bij de ondersteunende onderzoeken.

Detailgraad van een Provinciaal Beleidsplan Ruimte

We ontvingen verschillende vragen over individuele percelen van particulieren. In het Beleidsplan Ruimte maken we een bovenlokale visie en doen we geen uitspraken over individuele percelen.

En verder?

We werken ook nog aan de verhouding met de bestaande ruimtelijke plannen, vooral die met de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. We werken daarnaast verder aan partnerschappen en samenwerkingen met anderen om de visie te concretiseren (zie ook onder 'inspraak'). We verduidelijken ook zeker nog vragen over concrete acties zoals: Tegen wanneer uitwerken? Wie zal de actie trekken? Kunnen we deze monitoren?