Geschiedenis

In 1921 werd het Rivierenhof aangekocht door de provincie Antwerpen. Het allereerste provinciaal domein van het land werd in 1923 opengesteld voor het publiek en in de loop der jaren uitgerust met talrijke spel-, sport-, horeca-, culturele en educatieve infrastructuur. De beplanting van het park en vooral van de nieuwe gedeelten was een werk van lange adem. Toen de provincie Antwerpen het Rivierenhof kocht, bestond de helft van het domein uit bossen, landbouwgronden, drassige weiden en pachthoeven.

De Rozentuin (Hollandsche Hof) werd in 1926 aangelegd als botanische collectietuin van de landbouwhuishoudschool en telde 50 rozensoorten. De rozentuin werd vooral om didactische redenen aangelegd. Er werd geopteerd voor de meest gewone rozenvariëteiten, die door eigenaars van stadstuintjes gemakkelijk zelf te kweken waren. Om de rozentuin te beplanten deed de bestendige deputatie beroep op sponsoring. Alle belangrijke kwekers kregen een omzendbrief met de vraag of ze rozen wilden schenken. In ruil zou hun naam ter plekke worden vermeld. Verder werden er ook tulpen, pioenen en dahlia’s aangeplant.

De broers en grote bloemenliefhebbers Charles en tuinarchitect Guillaume De Bosschere gaven ’s zomers om de twee weken en met stijgend succes voordrachten over het kweken van bloemen. Ook de bloemententoonstellingen op het kasteel of in de villa trokken veel liefhebbers. De meest gerenommeerde kwekerijen, waaronder bedrijven uit Nederland, Frankrijk en Engeland zonden hiervoor bloemen in. Het Rivierenhof kreeg spoedig een zekere faam bij bloemen- en plantenkwekers en werd zelfs met lof vermeld in buitenlandse publicaties.

In 1989-1990 werd de Rozentuin heraangelegd. Ook toen zat de uitgeputte bodem van de collectietuin vol aaltjes die de planten en hun bloei verzwakten. Dat euvel werd toen verholpen door de grond met chemische producten te ontsmetten. Vandaag doet het Rivierenhof dat op een biologische manier door de bodem te resetten.

Tot de aanvang van de renovatiewerken 2019 - 2020, was de rozentuin ingericht in vijf delen: grote rozenperken gelegen in een gazon, kleinere perken afgeboord met buxus, een pergola met vooral klimrozen, borders aan de lange noord- en zuidzijde van de rozentuin en een verhoogde border met geurrozen.

Met circa 8400 rozelaars van 340 verschillende variëteiten gaf de rozentuin van het Rivierenhof drie decennia lang een goed overzicht van de verschillende groepen die bij rozen voorkomen, hun geuren en kleuren.

De noordelijke border bracht ode aan de Belgische rozenveredelaars met een selectie van honderd van hun bekendste en ook minder bekende rozen.

Eén van de grootsten onder hen is ongetwijfeld Louis Lens. In de Rozentuin van het Rivierenhof vertegenwoordigde hij meer dan een derde alle aanwezige variëteiten: 104 van de 340 verschillende rozen door hem werden gekruist, geselecteerd en gecommercialiseerd. In de loop van een halve eeuw won Louis Lens ongeveer 400 variëteiten, waarvan er nog steeds 150 in de handel zijn. Hij is de enige Belg die een All-American Rose Selection (AARS) kreeg voor zijn roos Pascali, de mooiste witte roos ter wereld met niet minder dan 30 onderscheidingen.