Jonge onderzoekers doen voorstellen voor toekomstkansen voor bedrijventerreinen in provincie Antwerpen
Met een dertigtal zijn ze afgelopen weekend afgezakt naar het Provinciehuis in Antwerpen: een groep jonge specialisten in onder meer ruimtelijke planning, mobiliteit en milieu. Elk jaar laat studiebureau Witteveen + Bos hun nieuwe medewerkers twee dagen lang intensief rond een project werken, ergens in Europa. Dit jaar mocht de provincie Antwerpen gastheer zijn en de onderzoeksopdracht aanreiken voor het ‘International Experience’-initiatief. Bedoeling is dat het internationale gezelschap in een ware ‘stoomsessie’ mogelijke nieuwe rollen en samenwerkmodellen voor bedrijventerreinen doorlicht en ideeën aanreikt. De groep trapte de opdracht vrijdag af met een terreinbezoek aan Transportzone Meer, aan de grens met Nederland.
De Transportzone Meer in Hoogstraten is een bedrijventerrein met een groot regionaal belang. Het is voor de provincie Antwerpen dan ook een logische keuze om het terrein als onderzoeksproject voor te stellen aan de internationale groep specialisten in ruimte, mobiliteit en energie. Zij kunnen hier praktijkinspiratie opdoen over hoe je een bestaand bedrijventerrein efficiënt en duurzaam herinricht, en de nodige onderzoeken voorstellen. Zo is het interessant om na te gaan hoe elektrisch vrachtvervoer de inrichting van een bedrijventerrein beïnvloedt, en of naast logistieke activiteiten ook andere types bedrijvigheid kunnen ontstaan.
Voor de groep is het alvast leerrijk om zich twee dagen lang vast te bijten in een reëel vraagstuk en om volop indrukken en ideeën uit te wisselen. Met de intense ‘stoomsessie leren hun nieuwe collega’s samenwerken over de grenzen van afdelingen en vestigingen heen, vertelt Nicolas Van Grimberge, projectingenieur bij Witteveen + Bos. “We organiseren dit elk jaar, en ik ben zelf altijd benieuwd om te zien hoe onze nieuwe collega’s van bijvoorbeeld energie of ruimtelijk beleid naar de opdracht kijken. Die kruisbestuiving is heel interessant. Vorig jaar werkten we in het Engelse Sheffield aan onder meer fietsinfrastructuur, nu bekijken we Transportzone Meer. Het project hier combineert ruimtelijke visie, energie, infrastructuur en mobiliteit, en dat op een industriële site die volop in gebruik is. Bovendien willen we de provincie Antwerpen voorstellen aanreiken die ook op andere bedrijventerreinen toepasbaar zijn.”
Na het terreinbezoek aan Transportzone Meer gingen de jonge experten in drie groepen aan de slag in het Antwerpse Provinciehuis. Het terreinbezoek maakte de complexiteit van de transportzone Meer alvast duidelijk. “Wanneer je met de mensen praat, komen er heel andere dingen naar boven dan wat je voordien verwachtte”, zeggen ecoloog Sven van der Valk en erfgoedadviseur Ruby Ingwersen. Hun groep bekijkt de ‘ruimtelijke kwaliteit’ van de transportzone. “Zo denk je bij een transportterrein niet meteen aan wonen, maar dan blijkt dat de truckers er vaak twee tot vier dagen na elkaar doorbrengen. Dan begin je toch aan de verblijfskwaliteit te denken, zelfs als slapen ze ’s nachts in hun vrachtwagen.”
Ook de overkoepelende Bedrijvenvereniging Transportzone Meer LCHM gaf die gastvrijheid naar hun doelgroep op als aandachtspunt, net als een betere verkeerscirculatie op het terrein en de mogelijke aanpak van de overgang naar meer elektrisch aangedreven vrachtverkeer
Voor de provincie Antwerpen is het interessant dat zo’n grote groep externe specialisten met onbevangen blik potentiële mogelijkheden voor bedrijventerreinen bekijkt. Doordat er zo veel verschillende expertises in de groep aanwezig zijn, krijgt de provincie Antwerpen een heel ruime analyse.
De provincie heeft ook specifiek gevraagd om ideeën en werkwijzen aan te reiken die passen bij het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, die bovendien inzetbaar zijn op andere bedrijventerreinen in de provincie. Zo willen we met het Provinciaal Beleidsplan Ruimte extra aandacht voor ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’. Dit heeft ook met energie te maken: welke types bedrijven kun je bij elkaar brengen zodat het ene bedrijf het energieoverschot van het andere rechtstreeks kan gebruiken en vice versa.
Zo keken de experten van Witteveen + Bos of bedrijven op Transportzone Meer en de nabijgelegen glastuinbouwbedrijven uit Hoogstraten onderling warmte en energie kunnen uitwisselen. Ook aan mobiliteit en bereikbaarheid besteden we in ons beleidsplan ruimte veel aandacht. Op een bedrijventerrein als Transportzone Meer is de aanbeveling vanuit de onderzoekers dan dat bijvoorbeeld tanken en parkeren ruimtelijk best zo dicht mogelijk bij elkaar komen, wat er het risico op files zou verlagen.
Zaterdagavond stelde het gezelschap alle resultaten voor aan de provincie Antwerpen en aan de Bedrijvenvereniging Transportzone Meer LCHM.