Opiniestuk DS 22/03: Opvang Oekraïners is geen 'balletje' dat naar Vlaanderen rolt
Volgens Cathy Berx is gebakkelei over de taakverdeling in de opvang van Oekraïners nergens voor nodig.
Op 24 februari begon Rusland aan zijn gewelddadige invasie van Oekraïne. Op 28 februari organiseerde het nationaal crisiscentrum van de regering een crisisoverleg met onder anderen de provinciegouverneurs. Meteen was duidelijk: dit is andermaal een crisis die de samenwerking van alle beleids- en bestuursniveaus veronderstelt. De federale overheid is bevoegd voor het migratiebeleid, met inbegrip van Maatschappelijke Integratie (leefloon). De deelstaten zijn sinds 1980 bevoegd voor (nagenoeg) alles wat te maken heeft met huisvesting en het onthaal en de inburgering van inwijkelingen.
Duurzame huisvesting van vluchtelingen uit Oekraïne is dus geen ‘balletje’ waarvan alleen staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) wist dat het naar Vlaanderen zou rollen, zoals minister-president Jan Jambon (N-VA) suggereert (DS 19 maart). Voor wie de bevoegdheidsverdeling van onze federale staat kent, was de taakverdeling meteen helder. De federale overheid is verantwoordelijk voor de eerste crisisopvang, registratie, het verlenen van tijdelijke bescherming en de toepassing van de OCMW-wet en de Wet Maatschappelijke Integratie. De deelstaten staan in voor duurzame huisvesting, onthaal, welzijn, onderwijs en preventieve gezondheidszorg, zodra het wettelijke verblijf voor de Oekraïners geregeld is. Zo’n vluchtelingenstroom zou in 1979 nog exclusief de bevoegdheid van de nationale overheid zijn geweest.
Met de bevoegdheidsverdeling in het achterhoofd is er in een mum van tijd een sterk plan van aanpak uitgebouwd waarin alle overheidsniveaus intens samenwerken om de complexecrisis aan te pakken. Gezamenlijke webinars worden georganiseerd, gelinkte ICT-platformen worden gebouwd om de uitdagingen geïntegreerd aan te pakken. Burgemeesters werken zich uit de naad om de impact van een geopolitiek conflict op hun grondgebied, met hun diensten, organisaties, bevolking en bedrijven het hoofd te bieden. Dat is hartverwarmend.
Overbevraagde OCMW's
Ook het debat over het leefloon en de maatschappelijke integratie hoeft ons niet te verdelen. De uiteenlopende visies zijn perfect verzoenbaar. Geregistreerde personen uit Oekraïne die niet in het eigen levensonderhoud kunnen voorzien, kunnen een leefloon aanvragen zoals iedereen die er nood aan heeft. En net als iedereen moeten ze dat leefloon gebruiken om huisvestingskosten en het levensonderhoud te financieren. Binnen een door Vlaanderen uitgetekend en gecontroleerd kader zouden besturen, organisaties en mensen die vluchtelingen uit Oekraïne huisvesten, een correcte prijs kunnen bepalen voor ‘kost en inwoon’, te betalen met het leefloon.
Idealiter worden de leeflonen – aanvankelijk – (nagenoeg) automatisch toegekend, zodat de overbevraagdeOCMW’s zich op de meest complexe aanvragen kunnen concentreren. Nu de federale overheid 125 procent van de leeflonen zal terugbetalen aan de OCMW’s, kunnen die – als ze snel extra medewerkers vinden – een belangrijk deel van de extra ondersteuning financieren.
Menswaardige opvang
Om het risico op misbruik en uitbuiting te beperken, gaven de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie concrete informatie aan burgemeesters over de verplichte screening van ‘huisvesters’. Vlaanderen is bevoegd voor het toezicht op de huisvestingskwaliteit, brandveiligheidsnormen uitgezonderd. Dat is de taak van onze hulpverleningszones. Een meldpunt zal hopelijk preventief werken en uitbuiting tegengaan.
Idealiter komen er ook plekken – parochiehuizen, kerken, leegstaande gebouwen … – voor gemeenschapsvoorzieningen waar ontheemden uit Oekraïne zelf kunnen zorgen voor kinderopvang en onderwijs. Met de nodige ondersteuning kunnen ze hopelijk (een deel van) het werk dat ze in Oekraïne deden, hier voortzetten.
De uitdaging is immens. Succes is niet gewaarborgd. De genetwerkte beheersstructuur om ze met respect voor de bevoegdheidsverdeling naar best vermogen aan te pakken, raakt – met dank aan de Taskforce, de Vlaamse excellenties, gouverneurs én de burgemeesters – op punt. Maar het echte werk moet nog beginnen.
Staatshervorming is hopelijk geen doel op zich. De eigen bevoegdheden goed gebruiken en de uitoefening ervan correct financieren, in dit geval om familieleden van hen die ook voor onze vrijheid en welvaart strijden, menswaardig op te vangen en veiligheid te bieden tot ze – het liefst met goede herinneringen aan Vlaanderen – kunnen terugkeren naar een vrij en veilig Oekraïne, is dat wel.