Op en top duurzaam
Het uiterst compacte gebouw heeft hoogwaardig geïsoleerde gevels. Verwarmen en koelen doen we met een duurzame geothermische techniek. Op het dak liggen zonnepanelen. Voor sanitaire voorzieningen gebruiken we regenwater. En op de ondergrondse parking ligt een groendak als onderdeel van een gloednieuwe tuin. De duurzame investeringen verdienen we terug op enkele jaren, in de vorm van energiebesparing.
Zuinig verwarmen en koelen
Een klassieke verwarmingsinstallatie op gas of stookolie heeft dit gebouw niet. Hieronder lees je over boorgat-energieopslag (BEO), betonkernactivering en de principes van ventilatie en de dynamische simulatietechniek (slimme thermostaat). Al die elementen dragen ertoe bij dat we gecontroleerd en zuinig verwarmen en koelen.
Boorgat-energieopslag (BEO)
Met boorgat-energieopslag (BEO) gebruiken we de thermische bodemcapaciteit om het gebouw te verwarmen en te koelen. Die techniek is niet enkel milieuvriendelijk en energiezuinig, maar ook economisch interessant.
Een gesloten hydraulisch systeem onttrekt in de winter warmte uit de bodem via een warmtepomp, en recupereert de verlaagde bodemtemperatuur in de zomer voor koeling.
De 350 boorgaten hebben een diepte van ongeveer 100 meter. Samen vormen ze een groot ondergronds opslagvolume, een BEO-veld.
In combinatie met betonkernactivering krijg je een aangenaam comfort met lage temperatuurverwarming en hoge temperatuurkoeling. De koudelevering heet ‘vrije koeling’ en kent een zeer hoog rendement, omdat er enkel een circulatiepomp nodig is. Bij 'vrije koeling' wordt het warmtepompgedeelte van de installatie niet gebruikt. De warmte/koude-uitwisseling loopt dan via warmtewisselaars.
Betonkernactivering
Betonkernactivering kun je zien als een geavanceerde vloerverwarming waarbij we de volledige massa van de betonstructuur gebruiken om warmte en koude te bufferen.
Het torengebouw heeft een groot volume aan beton. Beton dat het gebouw rechthoudt, maar ook deels de binnentemperatuur regelt. Dankzij de warmte- en koudeopslagcapaciteit van het beton koelt het gebouw nooit echt af. Het beton straalt warmte of koelte uit en fungeert dus als verwarmingselement in de winter en koelelement in de zomer. De betonkernactivering ondersteunt de opslagcapaciteit van de betonnen vloerplaten en zorgt voor het nodige comfort. In de kern van de betonnen vloerplaten liggen waterbuizen, gekoppeld aan de BEO-installatie. Het BEO-veld verwarmt of koelt het water in die buizen. Door middel van sondes in de boorgaten wordt het overschot aan warmte in de zomer tijdelijk in de bodem opgeslagen, om met die warmte in de winter het gebouw te verwarmen.
Verwarming op basis van betonkernactivering zorgt voor een zeer aangename basisverwarming op de meest energetische manier. We voegden vloerconvectoren toe als zoneregeling, zodat we een gelijk comfortniveau krijgen over de volledige verdieping.
Wie isoleert moet ventileren
Ook over ventilatie is goed nagedacht. Er zijn meerdere afzonderlijke luchtgroepen. De hoeveelheid binnengebrachte verse lucht wordt aangepast aan de vraag per verdieping en we kunnen een accurate fijnregeling toepassen. Om die regeling te sturen, zijn er op de plafonds CO2-meters. De concentratie aan CO2 wordt als waardemeter gebruikt en stuurt de debieten verse lucht per niveau. Wanneer er veel volk op de verdieping (of in een lokaal) is, meet een detector een CO2-toename. De ventilator krijgt dan een seintje om meer verse lucht te voorzien. Is er niemand op de verdieping, bijvoorbeeld ’s nachts, dan kan de ventilator ook stoppen met werken. Zo wordt het verbruik geminimaliseerd en het comfort verhoogd.
Slimme thermostaat
Om je verwarming thuis te optimaliseren, zijn er slimme thermostaten op de markt. Sommige kun je al met je gsm besturen, zodat het warm is wanneer je thuiskomt. Voor een kantoorgebouw werd het principe van de thermostaat in een aangepaste schaal bedacht. Voor het provinciehuis gebruiken we een dynamische simulatietechniek. Een zeer gedetailleerd rekenmodel ‘simuleert’ het comfort en het energieverbruik over een volledig jaar. Zo maken we een voorspelling over de klimaatcondities binnenin het gebouw, en dat zowel voor een extreem koude als een extreem warme periode in het jaar. Behalve data zoals buitentemperatuur en wind, worden ook data over het gebruik van het gebouw in die simulatie opgenomen. Zo is het vrij voorspelbaar dat we in de zomer op dagen dat veel personeel aanwezig is, eerder moeten koelen en dus warmte afvoeren, dan in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Dankzij de simulatie kunnen we de ontwerpparameters zo kiezen dat iedereen altijd comfortabel kan werken.
Driehoekige ramen
Ook de vorm van de ramen draagt bij tot een laag energieverbruik. De gevel is maar voor 40% beglaasd, om opwarming door zonnewarmte te verhinderen. Door de driehoekige ramen op hun punt te plaatsen, is er toch veel lichtinval tot diep op de werkvloer. Ook de hoge positie van de ramen - tot aan de plafonds - draagt daartoe bij.
LED-verlichting
Om de ruimtes in het provinciehuis te verlichten, gebruiken we zeer zuinige LED-verlichting.
Zonnepanelen
Op het dak van het provinciehuis liggen 134 panelen voor de productie van elektriciteit, goed voor een totaal vermogen van 32 kWp.
Groendak
Het gebouw is zeer compact, en dat betekent meer ruimte voor de groene omgeving errond. De parking ligt volledig ondergronds, en werd bedekt met een intensief groendak. Dat groendak maakt deel uit van een gloednieuwe publiek toegankelijke tuin.
Je leest er meer over op de pagina over de nieuwe tuin.
Lage broeikasgasuitstoot
Voor het nieuwe provinciehuis werd een broeikasgasuitstoot berekend van 162 ton CO2 in 2019.
Het oude provinciehuis had in 2010 een broeikasgasuitstoot van wel 1.477 ton CO2. Ook de cijfers van het Provinciehuis aan de Singel (PaS), waar de provinciale diensten onder dak waren tijdens de bouwwerken, waren allesbehalve goed. Het nieuwe gebouw is dus een hele vooruitgang.
Certificaten
Het provinciehuis behaalde een BEN-certificaat en een passiefcertificaat. Als kers op de taart kreeg het ook een BREEAM-certificaat met score 'Excellent'. BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) is wereldwijd de meest gebruikte methode voor het bepalen van duurzaamheidsprestaties van gebouwen. Beoordelingsthema’s zijn management, energie, gezondheid en welzijn, transport, water, materialen, afval, grondgebruik en ecologie, vervuiling.
Al onze nieuwe gebouwen én totaalrenovatieprojecten voldoen aan hoge duurzaamheidseisen. Lees er meer over op de webpagina duurzame gebouwen.