Antwoord van gouverneur Cathy Berx op mondelinge vraag over alcoholcontroles in provincie Antwerpen

publish date
28.02.2025

Hieronder leest u het antwoord van gouverneur Cathy Berx op de mondelinge vraag die provincieraadslid Ingrid Pira tijdens de provincieraad van 27 februari stelde.  

Geachte voorzitter,

Raadsleden,

Beste mevrouw Pira,

 

Hartelijk dank voor uw pertinente vragen.

Zoals velen weten heeft Provincie Antwerpen een sterke reputatie, ook als het aankomt op verkeersveiligheid. Het provinciebestuur en ikzelf kiezen resoluut voor Vision Zero en handelen er consequent naar, o.a. met het Traject Verkeersveilige Gemeente. Zoals ook uit de PANO-reportage van 12/11/2024 bleek, ligt de pakkans in provincie Antwerpen merkelijk hoger dan elders in het land. De pakkans is

- in combinatie met de 4 andere E's - van kapitaal belang om met z'n allen Vision ZERO te realiseren.

Elke weekendnacht worden daarom in de hele provincie zogenaamde WODCA-controles uitgevoerd. WODCA staat voor Weekend Ongevallen door Controles Aanpakken.

2 keer per jaar organiseert en coördineert de Coördinatie- en Steundienst van de Federale Politie in Antwerpen een grootschalige WODCA-actie waarop steeds ook ikzelf, de korpschef(s), parket en de burgemeester worden uitgenodigd en aanwezig zijn.

Uit de meest recente resultaten van de BOB-Campagne tijdens welke zeer veel alcoholcontroles werden uitgevoerd, blijkt bovendien dat nergens minder chauffeurs betrapt werden voor rijden onder invloed dan in Antwerpen.

Wie in Antwerpen rijdt, weet dat de kans op alcoholcontroles verhoudingsgewijs groot is (al zullen de massale verontwaardiging over dronken rijdende BV’s allicht ook een rol hebben gespeeld). Maar ook in Antwerpen ligt de pakkans nog steeds niet hoog genoeg. Want inderdaad: alcohol is, samen met overdreven snelheid en afleiding, één van de grootste killers in het verkeer.

1.   Hoe gaat u vanuit uw federale opdracht met deze cijfers aan de slag?

Vooreerst moet ik misschien wat technische uitleg geven over de data die zijn aangeleverd door de federale overheid.

De Federale Politie (DRI) ontvangt cijfers van de politiezones via een bestuurlijke afhandeling in ISLP (een informaticasysteem van de lokale politie). Concreet betekent dit dat het aantal ademtesten (zowel pré-test als de ademtest zelf) manueel moeten geturfd worden om ze vervolgens te registreren in ISLP, zoals voorgeschreven door de zogenaamde Col 8/2006, herzien op 25/05/2023.

De Col is een gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-Generaal houdende een eenvormig toezichts-, vaststellings-, opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed van alcohol, in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat onder meer ten gevolge van het gebruik van drugs of geneesmiddelen, alsook betreffende de aanwezigheid in het organisme van andere stoffen dan alcohol die de rijvaardigheid beïnvloeden.

Anders dan de Col belooft, blijkt van een eenvormigheid helaas nog geen sprake, zal zo dadelijk blijken…

Wat de cijfers zelf betreft. Naar aanleiding van de bekendmaking van de cijfers en uw vraag, stelde mijn verbindingsambtenaar

Kris Collaert aan alle politiezones van de provincie Antwerpen de volgende vragen:

·      Zijn de door de Federale Politie aangeleverde cijfers van 2023 gelijklopend met de cijfers die u als zone zelf registreert ?

·      Is er eenzelfde tendens zichtbaar in de cijfers van 2024? Indien er verschillen zijn, wat is hier de reden van?

·      Welke acties dienen/kunnen ondernomen worden om de registratie van de cijfers te optimaliseren?

·      Wat zijn de intenties inzake alcohol en drugs in het verkeer i.k.v. nieuwe zonale veiligheidsplannen?

 

Uit de bevraging blijkt wat volgt.

De werkwijze (nl. de verplichte registratie in een specifieke vattingsapplicatie in ISLP) zoals voorzien in Col 8/2006 wordt door alle politiezones gebruikt om de resultaten van de gecoördineerde WODCA-acties, winter- en zomer-BOB te registreren.

Lokale gecoördineerde acties daarentegen worden niet door alle politiezones gevat in ISLP. Ook flexibele controles tijdens de reguliere werking of tijdens evenementen worden niet steeds op deze wijze geregistreerd. Uiteraard zijn deze controles wel lokaal geregistreerd, maar zijn ze dus niet opgenomen in het overzicht van de Federale Politie.

Ook blaastesten afgenomen naar aanleiding van een verkeersongeval (Botsen is Blazen) worden niet consequent geregistreerd in een bestuurlijke afhandeling waardoor ook deze testen niet zijn opgenomen in het overzicht van de Federale Politie. Dergelijke blaastesten worden wel geregistreerd in het proces-verbaal.

De politiezones halen de extra administratieve werklast aan als reden waarom niet alle blaasprestaties worden gevat in een bestuurlijke afhandeling. De zones pleiten trouwens al langer voor een eenvoudiger en performanter vattingssysteem (volgens het principe van éénmalige vatting van gegevens in ISLP).

De korpschefs geven zich er rekenschap van en betreuren dat niet alle blaastesten naar behoren worden geregistreerd, zeker wanneer men gebruik maakt van het samplingtoestel. Overigens, sommige zones kozen ervoor om geen gebruik te maken van een samplingtoestel.

Voorts verwijzen sommige korpschefs naar het gebrek aan capaciteit om het lagere aantal controles te duiden.

Immers, behalve verkeershandhaving moeten ook andere basistaken worden uitgevoerd zoals onthaal, wijkwerking, recherche en interventie. Bij structurele tekorten in een zone heeft dit een weerslag op o.a. het uitvoeren van alcoholcontroles.

Kortom, de werkwijze en methodes die de zones hanteren zijn kennelijk niet uniform. Dat betekent meteen dat de cijfers helaas niet vergelijkbaar zijn. Het betekent ook dat de doelstellingen van de Col niet worden gerealiseerd.

Dat is geen kritiek, maar een vaststelling. Binnen provincie Antwerpen zal ik daar met het Provinciaal Overleg van Korpschefs (POK) en de Provinciale Adviescommissie Verkeersveiligheid Antwerpen (PAVA) op doorwerken, zodat we minstens voor provincie Antwerpen komen tot betrouwbare en vergelijkbare cijfers. Dat is ook noodzakelijk om een evidence based beleid te kunnen voeren en mensen correct te kunnen informeren over de inzet van mensen en middelen om inwoners veel beter nog dan nu te beschermen tegen verkeerscriminelen die rijden hoewel ze onder invloed zijn. Daarmee heb ik ook uw tweede vraag deels beantwoord.

Die luidt:

2.   Is het volgens u een taak van de provincie om meer lijn te krijgen in de alcoholcontroles gezien de verschillen tussen de verschillende politiezones?

Welnu het is niet de taak van de provincie als provinciebestuur.
Ik beschouw het  -als gezegd- wél als mijn taak om meer lijn te krijgen in de alcoholcontroles voor zover en in de mate ze te wijten zijn aan verschillen in het aantal controles. Om daar zicht op te krijgen hebben we dus ook dringend nood aan die eenvormige registratie.

Ik heb ook niet gewacht op uw vraag om ermee aan de slag te gaan. Meteen na de PANO-reportage over pakkans en controles hebben mijn verbindingsambtenaar Luc Smeyers en ik een formulier uitgestuurd naar de korpschefs over alcoholcontroles. Daaruit is gebleken dat alle zones meer controles zouden willen uitvoeren, maar dat ze vaak tegen voornoemd capaciteitsprobleem aanbotsen ingevolge o.a. structurele tekorten, overvolle evenementenkalender, andere basistaken (interventie, wijk en recherche) die moeten worden uitgevoerd.

3.   U bent voorzitter van het Vlaams Forum Verkeersveiligheid.

Is het mogelijk om een standpunt te formuleren rond een minimumgrens voor alcoholcontroles zoals VIAS voorstelt?
Of een vernieuwd standpunt hierrond in het geval het hier al een beleidsadvies rond opstelde?

Het toeval wil dat ik morgen het Vlaams Forum Verkeersveiligheid voorzit. Ik zal het daar ter sprake brengen. Ik nam trouwens de vrijheid om uw vragen over te maken. Het VFV verenigt alle stakeholders, waaronder het VIAS. Ik ga ervan uit dat we ook met het VFV substantieel kunnen bijdragen tot het beoogde doel.

Ik kreeg alvast onderstaande reactie, die we verder zullen bespreken:

“Een ondergrens bepalen voor alcohol- en drugcontroles lijkt ons inderdaad haalbaar en kan lokale besturen en politiezones motiveren om de inspanningen te vergroten. We kunnen dit idee bespreken met de leden van het VFV.

Eén van de mogelijke pistes is om de ondergrens te baseren op de doelstellingen in het huidige Federale Verkeersveiligheidsplan (2021-2025). Daarin staat dat men “op termijn” elk jaar een derde van de weggebruikers wil controleren op rijden onder invloed van alcohol en drugs.

Herleiden we dat tot een derde van de rijbewijshouders, dan betekent dit dat er jaarlijks 2,6 miljoen bestuurders zouden moeten worden gecontroleerd in België (ons land telt ongeveer 7,8 miljoen personen met een rijbewijs).

Omgerekend per hoofd van de bevolking komen we op 226 gecontroleerde personen per 1000 inwoners. Een ambitieus cijfer dat binnen de provincie Antwerpen enkel wordt gehaald door Brasschaat. Een ondergrens zou bijvoorbeeld kunnen liggen op de helft van dat cijfer, dus 113 gecontroleerde bestuurders per 1000 inwoners. Het is maar een eerste idee, andere pistes zijn uiteraard ook mogelijk (bijvoorbeeld een percentage van het provinciale gemiddelde, met als bijkomende doestelling om dat gemiddelde jaarlijks met X procent te verhogen,…)”.

Nog belangrijker is de passage in het federaal regeerakkoord ter zake op pagina 105 : “We drijven het aantal alcoholcontroles op door de mogelijkheid te bestuderen om bij elke verkeerscontrole een blaastest te laten afleggen, zoals in Zweden gebeurt. We zorgen ook voor een geïntegreerde databank van alle alcoholcontroles over het hele land. We maken werk van een betere drugtest.”

In elk geval zullen wij voor provincie Antwerpen, in overleg met de politiezones, alvast zelf en maximaal werk maken van de uitvoering van deze passage van het regeerakkoord dat terecht ook Vision Zero als niet-vrijblijvend uitgangspunt neemt. Met VFV en de andere overlegorganen overleg ik over de best mogelijke strategieën om hier -zo snel mogelijk en binnen de grenzen van wat we zelf kunnen- werk van te maken.

Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om te verwijzen naar de grondige analyse die verbindingsambtenaar Luc Smeyers sinds 2023 maakt van de dodelijk verkeersongevallen in Antwerpen. Het meest recente rapport m.b.t. de dodelijke ongevallen 2024 is net afgerond.

De belangrijkste conclusies van dit rapport zijn :

·      37% van de verkeersdoden zijn fietsers;

·      driekwart van de dodelijke slachtoffers zijn mannen;

·      44% van de ongevallen gebeuren op lokale wegen;

·      twee derde van de ongevallen gebeuren buiten de bebouwde kom;

·      augustus en september was een dieptepunt met telkens acht dodelijke ongevallen in beide maanden;

·      twee derde van alle ongevallen gebeuren overdag. Het zwaartepunt ligt hier op zaterdag;

·      41 % van alle dodelijke ongevallen gebeurden in het weekend (sterke stijging tov 2023);

·      hoofdoorzaken van alle dodelijke ongevallen in 2024 zijn overdreven snelheid, niet naleven voorrangsregels en gebrek aan           voorzorg/voorzichtigheid;

·      in een beperkt aantal gevallen werd er alcohol en/of drugs gedetecteerd bij de slachtoffers.

Samengevat: Voor zover we kunnen nagaan, is de kans zeer groot dat de verschillen in controles tussen de politiezones minder groot zijn dan uit de cijfers blijkt. Niettemin is er - niettegenstaande de inspanningen die we op dat vlak leveren - nog veel ruimte voor verbetering. Zoals ook uit het federaal regeerakkoord blijkt, onderkent iedereen, onderkennen alle specialisten op het vlak van verkeersveiligheid die analyse. Dat we niet beschikken over betrouwbare, robuuste cijfers is een ernstig probleem. Het heeft immers tot gevolg dat we blindvaren. Dat allicht meer wordt gecontroleerd dan uit de cijfers blijkt, is een magere troost.

Daarnaast is er de spijtige realiteit dat de meeste zones -bij gebrek aan voldoende personeel en de lastige keuzes die het personeelstekort node impliceert- moeten erkennen dat ze minder kunnen controleren dan ze zouden willen. De korpschefs zijn in elk geval unisono stellig in hun voornemen om de pakkans te vergroten door het aantal controles op rijden onder invloed zo snel als mogelijk op te drijven. Ze zijn even eensgezind over de noodzaak van de nultolerantie, maar dat heeft het regeerakkoord helaas niet gehaald.

Met het oog op de opmaak van de nieuwe Zonale Veiligheidsplannen zal ik er blijven op aandringen om te blijven inzetten op onverwachte en bredere controles op rijden onder invloed en overdreven snelheid, en op de consequente registratie ervan. Die dwingende vraag sluit ook aan bij de resultaten van de veiligheidsmonitor. Verkeeronveiligheid is immers de belangrijkste bron van subjectieve en objectieve onveiligheid, zo blijkt uit de bevraging. En dat al vele jaren op rij.

Tot slot stel ik voor om uw raad op de hoogte te blijven houden van de initiatieven die mijn verbindingsambtenaren en ik blijven ondernemen om de controles op te drijven, de correcte en eenvormige registratie te verbeteren en – in voorkomend geval- de effectieve verschillen tussen de zones terug te dringen. Ook over de resultaten van die initiatieven houd ik u graag op de hoogte.