Invasieve duizendknopen
Invasieve duizendknopen behoren tot de moeilijkst te beheren groep van plantenexoten in ons land. Voorkomen van verdere verspreiding en snelle detectie van nieuwe haarden zijn essentieel. Met het juiste beheer kan je de opmars inperken. Hier lees je hoe je de plant kan herkennen en beheren.
Er zijn 2 soorten invasieve duizendknopen - de Japanse en Sachalinse - en er is de kruising tussen beide: de Boheemse duizendknoop. De plant komt oorspronkelijk uit Oost-Azië, maar duikt nu ook bij ons overal op langs wegen, waterlopen en in tuinen.
De verschillende soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden maar de aanpak en het beheer zijn hetzelfde.
Hoe herken je invasieve duizendknopen?
Je herkent ze aan hun typische bladvorm en de witte bloeiwijze die uit de oksel van het blad groeit. De stengels, en soms zelfs de hele plant, kunnen rood aanlopen. Gedetailleerde informatie over hoe je de verschillende soorten herkent, lees je op Ecopedia.
Waarom zijn dit probleemsoorten?
De invasieve duizendknopen zijn uitheemse soorten die hier nauwelijks belagers hebben. Bovendien hebben ze een zeer uitgebreid wortelsysteem, stengels die wel 3 tot 4 meter hoog kunnen worden, en woekeren ze in de meest uiteenlopende milieus. Ze belemmeren ook vaak het zicht langs de weg of het fietspad. Eenmaal de plant is gevestigd, is hij zeer moeilijk weg te krijgen. Werkzaamheden op plaatsen met invasieve duizendknopen zorgen er meestal voor dat de haard groter wordt en de plant op nieuwe plaatsen opduikt.
Eerste hulp bij duizendknopen
Wat te doen wanneer je invasieve duizendknopen vaststelt?
Reageer snel
- Wees er snel bij en pak het probleem van bij de start grondig aan. Soms is het beste beheer niets doen. Bij goed beheer vermijd je mogelijke bijkomende kosten en schade door verspreiding.
- Registreer de locatie op waarnemingen.be zodat de verspreiding opgevolgd kan worden. Doe dit ook wanneer je de plant verwijdert. Ze duikt immers terug op als kleine restanten achterblijven in de bodem.
- Gebruik de beslissingsboom op Ecopedia.be om te bepalen welke aanpak het best werkt voor jouw situatie. Een foute aanpak kan immers leiden tot grotere besmettingshaarden en nieuwe besmette locaties.
- Gaat het om een kleine oppervlakte (< 20m²) en staat er verder geen invasieve duizendknoop in de buurt? Spit de plant dan manueel uit. Dit moet je heel nauwkeurig doen, er mag geen enkel fragment van de stengels of wortelstokken achterblijven. Het uitgespitte materiaal breng je best naar een gecertificeerd composteringsbedrijf. Reinig nadien ook je werkmateriaal.
- Gaat het om een grotere oppervlakte? Dan zijn er verschillende manieren van beheer mogelijk: van helemaal geen beheer, over het uitgraven met machines, het afdekken en isoleren van de plant, hoog maaien, tot permanent begrazen (bijvoorbeeld door schapen).
Zet in op preventie
… bij elke stap!
- Controleer het terrein voor je start met werkzaamheden: staat er ergens invasieve duizendknoop? Je kan vooraleer je op terrein gaat de reeds gekende groeiplaatsen opzoeken op het algemeen geoloket onder de categorie natuur > invasieve exoten.
- Zorg bij werkzaamheden voor een goede voorbereiding en planning zodat geen nieuwe locaties besmet worden. Maak duidelijke afspraken met de aannemers en overige betrokkenen.
- Inspecteer het materiaal (goed reinigen, niet doorgeven …) zodat plantenrestanten niet ergens anders terechtkomen.
- Vermijd verspreiding door grondverzet. Zorg ervoor dat besmette grond afzonderlijk wordt afgegraven, gestockeerd en behandeld. Hou de besmette grond bij voorkeur ter plaatse. Uitgebreide richtlijnen lees je op de site van Ecopedia.
- Dek besmette grond goed af en hou deze afgedekt tijdens het transport.
- Zorg ervoor dat er geen stukken wortel of stengels in open water of waterlopen komen: dit leidt tot nieuwe haarden aan de oevers.
Hou de verspreiding onder controle
- Maak een beheerplan op met regelmatige controles en nazorg gedurende minstens 5 jaar. Volg ook de nazorg nauwgezet op!
- Betrek de buren wanneer de plant dicht bij perceelsgrenzen staat. De wortelstokken kunnen immers meterslang uitlopen.
- Laat niet maaien op plaatsen waar duizendknoop voorkomt op het terrein, in bermen of aan waterlopen. Het risico is groot dat daardoor fragmenten van de wortelstokken en stengels vrijkomen en op een andere plek terechtkomen. Bovendien zal de plant door het maaien sneller uitbreiden.
Verschillende van deze tips vind je ook terug in het drietrapsmodel van de Europese Commissie.
Aanpak op maat
Elke situatie vraagt een aanpak op maat. Raadpleeg hiervoor de beslissingsboom op de site van Ecopedia.
Soms is niets doen en gestructureerd opvolgen het meest aangewezen beheer. Anderzijds kan het toch nodig zijn om in te grijpen. In dat geval investeer je best in een degelijke aanpak van bij de start en een grondige opvolging om extra kosten in de toekomst te vermijden.
Enkel in uitzonderlijke gevallen is het gebruik van onkruidverdelgers toegestaan. Meer info over een beheer zonder pesticiden op www.zonderisgezonder.be.
Meer weten?
- Wil je deze tips nog eens nalezen? Download de folder 'Invasieve duizendknoop: herkennen en beheren'.
- Bezoek www.ecopedia.be voor allerlei interessante en praktische info van onderzoeksinstellingen rond de invasieve duizendknopen (de Japanse, de Sachalinse en de Boheemse duizendknoop). Ook terreinstudies en praktijkvoorbeelden zijn er gebundeld.
- Lees het uitgebreide rapport van het INBO met de verschillende beheertechnieken en de beslissingsboom. Het bundelt informatie over de herkenning, verspreiding en impact. Het rapport en de beslissingsboom geven ook een goed overzicht van geschikte beheerpraktijken en helpen beslissen als je zelf te maken hebt met duizendknoop op je terrein.
- Provinciaal domein Rivierenhof pakt de duizendknoop op haar terrein aan met een intensief maaibeheer en door te werken met biologisch afbreekbare worteldoeken. In het artikel van VRT lees je er meer over.
Verschillende nieuwe beheertechnieken worden nog diepgaander onderzocht en zijn in constante evolutie. Wil je op de hoogte blijven? Neem dan regelmatig een kijkje op deze webpagina of schrijf je in op de nieuwsbrief van departement Leefmilieu voor lokale besturen.
- Telefoon
- 03 240 59 87